donderdag 29 december 2011

Dexia verlaagt zijn rente op kasbon

Dexia verlaagt zijn rente op kasbon

Een kasbon is een financieel product dat redelijk populair is bij de Belgen. Je koopt dit bij de bank, de looptijd en de rente liggen op voorhand vast en je haalt hierop meestal een mooi rendement. Dexia is marktleider in kasbons in België. Maar de rente die de bank aanbiedt is pover. Een kasbon op twee jaar brengt 1,7% op, een kasbon op vijf jaar brengt 2,6% op en die op tien jaar geeft je recht op 3,6%. Hierop is nog altijd 21% roerende voorheffing op verschuldigd waardoor de netto rentes wel heel laag zijn.

Ter herinnering, de prijsbrekers op de spaarboekjes markt geven meer rendement dan een kasbon vandaag. Bij een spaarboekje kan je ook elk moment aan je geld, hetgeen bij een kasbon niet altijd mogelijk is. Je geld vastzetten op een kasbon is dan ook niet verstandig. Niet alleen ligt de reële rente, de netto rente na aftrek van inflatie, negatief er zijn gewoon ook betere alternatieven. Niet alleen de spaarboek, alwaar de rente niet verzekert is, maar bijvoorbeeld ook staatsobligaties. Dexia Bank België is een staatsbank, wat wilt zeggen dat de bank even veilig of onveilig is als staatsobligaties. Je kan dus beter overheidsobligaties kopen dan je geld in een kasbon te steken. Ze zijn even veilig en de overheidsobligaties brengen meer op.

Ter info: Spaarrekeningen
Read more ...

De Bel 20: Twintig kleine negertjes


De Bel 20

Een nationale index verzamelt enkele topbedrijven van een nationale beurs op één lijst. Op de Brusselse beurs noemt deze lijst de Bel 20. De naam zegt altijd veel, het zijn twintig Belgische aandelen. De selectie van deze aandelen gebeurt door de beursuitbater, Euronext Brussel, en gebeurt normaal ieder jaar in maart. De criteria zijn redelijk ingewikkeld en streng. Om te beginnen wordt er niet gekeken naar de totale beurswaarde maar naar het aantal vrij verhandelbare aandelen. Wat wilt zeggen dat sommige bedrijven een lage zogenaamde 'free float' hebben dan andere. Een voorbeeld zijn familiebedrijven, die zijn vaak voor 50% of meer in handen van een familie. De beurs gaat er dan van uit dat deze aandelen niet verkocht en gekocht worden op de beurs. Deze tellen dan ook niet mee in de waarderingstabellen van de beursuitbater.

Vanaf vandaag is de Bel 20 trouwens eventjes met 19, dit is geen uitzonderlijke situatie. Om toe te treden tot de Bel 20 heb je een minimum beurswaarde nodig, dit samen met nog wat andere regels natuurlijk. Niet altijd voldoende er 20 bedrijven aan deze regels. Vandaag nemen we afscheid van Omega Pharma, dit bedrijf is overgenomen en verdwijnt dus net als enkele maanden geleden NPM van de beurs en uit de index. Dit betekent dat er een plaatsje vrijkomt, voor beleggers kan dit handig zijn.

Impact van opname in Bel 20

Indexen zelf worden niet rechtstreeks verhandeld, je kan de Bel 20 niet kopen. Je kan natuurlijk wel je bedrag geld zo verdelen over alle genoteerde aandelen en zelf de Bel 20 kopiëren. Ieder aandeel binnen de Bel 20 krijgt een zogenaamde weging mee, die om de zoveel tijd wordt aangepast. Indien de Bel 20 ongeveer 3000 euro waard is dan moet je daarvan 12% investeren in AB Inbev aandelen. Dit zelf doen is een heel werkje daarom zijn er fondsen en trackers. Fondsen die de Bel 20 volgen kopen en verkopen aandelen volgens hun weging in de Bel 20. Hieruit kan je meteen afleiden dat als er een aandeel de Bel 20 vervoegt deze fondsen dit aandeel moeten kopen. Dit werkt lichtjes koersondersteunend. Maar verwacht hiervan niet te veel, het aantal fondsen dat de Bel 20 schaduwt is beperkt.

Toch heeft zo een notering een nut. Het geeft een bedrijf uitstraling. Buitenlanders die willen investeren in Belgie gaan niet elk aandeel dat noteert in Brussel gaan opvolgen, die beperken zich tot de hoofdindex. Het creëert dus extra aandacht voor het aandeel, en extra aandacht betekent heel vaak extra vraag. In maart kunnen we verwachten dat Elia en D'Ieteren een plaats mogen opeisen in de Bel 20. Beide aandelen zijn redelijk onbemind en ongekend buiten de Belgische landsgrenzen. Voor hun schept dit kansen.


Elia

Elia is het bedrijf dat onze hoogspanningsnetwerken beheert en mag dus defensief worden genoemd. Het verbruik op deze leidingen is redelijk stabiel en de beheerskosten die het bedrijf ontvangt zijn gereglementeerd en bewegen nauw samen met de intrest die België betaald op 10 jaar. Het bedrijf is dan ook stabiel en defensief. Het heeft wel onlangs een overname gedaan in Duitsland maar normaal is dit een bedrijf zonder al te veel nieuwsschokken. Dit heeft zo zijn voordeel. De koers zakt of stijgt nooit drastisch. Het aandeel moet het dan ook hebben van zijn dividend, laat dat nu net een hip thema zijn. Veel analisten hechten heel veel belang aan stabiele en veilige dividenden. Omdat de koersen zwaar onder druk staan vanwege het negatief sentiment en omdat het aantal veilige beleggingshavens afneemt is het dividend het zekerste rendement dat je kan krijgen als aandeelhouder. Bij Elia kan je bruto op 4,7% rekenen. Niet slecht.









D'Ieteren


D'Ieteren is dan weer een bedrijf actief in een cyclische en een defensieve sector. Het verkoopt wagens van de groep Volkswagen op de Belgische markt. Dit hangt nauw samen met de economische cyclus en het consumentenvertrouwen. Verder is het de groep boven Carglass , dit is een meer defensieve sector. Als je een sterretje in je ruit heb laat je dit herstellen ongeacht de economische realiteit. Vroeger was het ook de groep boven Avis Europe, een groep die wagens verhuurt, maar in ruil voor 412 miljoen werd deze afdeling verkocht. Dit geld prijkt nu op de balans van het bedrijf. Ze willen hiermee een nieuwe divisie kopen of opstarten en dit zorgt wel voor wat onzekerheid. Met echter 4,32 euro winst per aandeel dit jaar is de waardering wel heel laag. Alles onder de 35 euro kan als een lage koers worden aanzien voor dit stabiel familiebedrijf.

Conclusie: Je koopt geen aandeel vanwege een opname in de Bel 20, maar wel omdat de fundamenten goed zijn. Indien beiden voldaan zijn moet je niet twijfelen over een aankoop. Elia is meer iets voor de defensieve belegger vanwege zijn focus op dividend en stabiele groei. Bij D'Ieteren vind je een mix tussen defensieve en cyclische activiteiten en een mooie voorraad cash op de balans. Beiden koopwaardig voor de langere termijn.


Read more ...

woensdag 28 december 2011

NIBC, een nieuwe telg in spaarland.


Er is een prijsbreker geboren


Op kerstdag is Jezus geboren, op nieuwjaar wordt NIBC geboren. Deze internetspaarboek verovert meteen ons aller harten met een hoge rente op de spaarboekjes. 3% voor geld dat er 1 jaar op staat, netto is dit. Voor mensen die niet zo trouw zijn bieden ze 2% aan. Niet meteen de renten waarvan je achterover valt maar binnen het krenterig spaarboekjes land is dit wel de top.

Bij hoge rentes moet er meestal een klein alarm afgaan in de hoofden van de mensen. De laatste prijsbrekers, genre Kauphting en Citibank, zijn er niet bepaald goed van af gekomen. En ja NIBC is een gelijkend verhaal. Zijn kredietrating staat één trapje boven rommel, dat wilt zeggen dat men investeerders afraad om te investeren in dit bedrijf. Voor spaarders gelden er echter andere regels. Indien het fout gaat spelen er garantiefondsen van de overheid. Aangezien het hier gaat om een Nederlandse bank krijgt u 100.000 euro maximaal terugbetaalt van de Nederlandse staat indien het fout gaat.

Wat krijgt u in de plaats? Zoals gezegd, een hogere rente. Maar is het sop de kolen waard? In mijn ogen niet. Op de tweede plaats staat Rabobank.be. Dit is een dochter van de Rabobank, ook uit Nederland, met rating AA+. Niet slecht voor een bank vandaag de dag. Dit biedt in mijn ogen een betere mix tussen rendement en veiligheid. Het gaat hier trouwens om spaarboekjes. Mensen die springen en vliegen voor die 0,5% meer vind ik verkeert bezig. Indien je uw geld echt wilt laten opbrengen, stap dan in obligaties of aandelen. Een spaarboekje wilt zeggen dat je het geld meteen nodig hebt en het vooral niet wilt verliezen. Indien NIBC failliet gaat, of in de problemen komt, vervallen beiden voorwaarden meteen. Dit allemaal voor 0,5% meer?

Internetbank?

Niets tegen internetbanken natuurlijk, of tegen de kleine bankjes. Maar de rompslomp is toch wel groot. Indien ze hun rente aanpassen bent u bijna verplicht om mee te verhuizen. Indien u altijd iedere nieuwe prijsbreker volgt verhuist u bijna maandelijks van bank. Dit is niet de bedoeling aangezien de meeste prijsbrekers vooral uitpakken met een hoge getrouwheidspremie. Deze premie krijgt u pas indien uw geld 1 jaar op de rekening staat. Bij NIBC en sinds kort ook bij Rabobank is de regel wel iets aangepast. Geld dat u stort in januari brengt reeds getrouwheidspremie op in december van dat jaar. Maar voor iedere andere 'prijsbreker' geldt dat u deze getrouwheidspremie pas in december van het kaar daarop krijgt uitbetaald. Twee jaar wachten op je geld, en dat voor een halve percent meer?
 
 
Hoppen van links naar rechts met spaargeld is niet mijn ding. U zal toch altijd klant blijven bij minstens één bank met kantoren, al is het maar voor uw lening. En dan bent u klant bij één of twee kleine banken voor de spaarrekening en waarschijnlijk heeft u bij elk ook een bankkaart. Dan nog klant bij BinckBank voor de beleggingen en voor u het weet heeft u meer banken dan dat u rendement heeft. Mijn advies is, ga voor eenvoud. Neem één bank waarbij u alles doet en dan één van de kleinere banken voor de spaarrekening. Zo blijft het allemaal beheersbaar. En wilt u een hoger rendement, koop dan bedrijfsobligaties.
 


Conclusie: Ja er is weer een nieuwe prijsbreker. Indien u de moeite wilt doen, beperk uw bedrag zeker tot onder de 100.000 euro en doe het alleen met geld dat u niet nodig heeft. Concreet krijgt u per 100 euro op de getrouwheidsrekening die u in januari stort 3 euro in december 2012. Let wel op, de bank zelf is nog niet open en het is enkel en alleen een internetbank. Indien u op zoek bent naar een veiliger alternatief raadt ik u Rabobank.be aan.


Read more ...

dinsdag 27 december 2011

Omega Pharma , de exit


Omega Pharma , de exit

Voor mensen die Omega Pharma aandelen in bezit hadden waren het spannende dagen. Er liep namelijk een overnamebod op dit bedrijf. Vrij vertaald hield dit in dat iedereen zijn aandelen mocht aanbieden aan Marc Coucke voor 36 euro per aandeel. Een prijs die het midden hield tussen mooi en slecht. Maar een prijs waaraan we weinig kunnen veranderen. Het hield al bij al een mooie bonus in, al zeker gezien de malaise op de beurs.

Voor mensen die zijn ingegaan op het bod, de overname is geslaagd. Dit wilt zeggen dat het bedrijf meer dan 90% van zijn eigen aandelen heeft gekocht alsook dat de overnemer doorgaat met zijn bod. Dit houdt in dat u op 10 januari het geld krijgt. Per aandeel krijgt u 36 euro waarop u geen kosten moet betalen.
Voor de mensen die nog niet zijn ingegaan op het bod om gelijk welke reden is het belangrijk dit wel te doen. Er komt een nieuwe biedt periode,vanaf vandaag, tot en met 6 januari. Het heeft geen zin u aandelen bij te houden.

Wat indien u de aandelen niet wilt verkopen. Dit is natuurlijk uw volste recht, u blijft aandeelhouder en blijft recht hebben op een dividend. De kans is wel groot dat CouckInvest het bedrijf Omega Pharma van de beurs haalt. Dit houdt in dat u deze aandelen niet langer op de beurs kan verkopen. U zit met andere woorden vast aan het bedrijf.
Daarom ook het advies deze toch nog te verkopen nu bij de heropening van het bod. U blijft 36 euro krijgen, wederom dit is een mooie prijs.


Uitrookbod
Marc Coucke en zijn overnemers hebben 91% van Omega Pharma in handen, ze heropen nu het bod omdat er bepaalde regels zijn. Indien een bedrijf 95% van alle uitstaande aandelen bezit kan het een uitrookbod doen. Dit wilt zeggen dat u verplicht wordt om uw aandelen te verkopen. Dit uitrookbod houdt in dat Marc Coucke het geld stort op een rekening dat hij nog verschuldigd is voor de aandelen die hij niet in zijn bezit heeft, die 5%. Iedereen die dan nog een aandeel heeft ziet zijn rechten als aandeelhouder vervallen. Dit betekent dat u geen dividend krijgt, geen stemrecht. Het bedrijf is dan voor 100% in handen van CouckeInvest. U kan wel uw aandelen dan aanmelden bij uw bank waarna u het geld krijgt. Voor mensen die binnen een jaar of tien plots merken dat er toch aandelen Omega Pharma op de effectenrekeningen stonden is dit het geval.

Uw aandelen bijhouden is dus nutteloos aangezien de kans groot is dat Marc Coucke 95% haalt van zijn bedrijf. Er waren wat mensen die afwachten of het bod zou slagen, dat bewijst ook de lage beurskoers. Nu staat de beurskoers rond de 36 omdat ze weten dat dit overnamebod geslaagd is, de maximumwaarde van het aandeel is dus 36 euro. U moet niet rekenen op meer geld.

Conclusie, voor de mensen die reeds zijn ingegaan op het bod u krijgt uw geld vrij snel(10 januari), voor mensen die nog niet zijn ingegaan u kan het doen tot en met 6 januari aan 36 euro. Hierna volgt een uitrookbod en verlaat Omega Pharma haast zeker de beurs.
Read more ...

maandag 26 december 2011

Coöperatieve vennootschappen: Arco en Cera


Coöperatieve vennootschappen 

Er zijn heel wat manieren om geld te beleggen, één van de meer populaire manieren in België was om dit te doen via coöperatieve vennootschappen. Dit valt te vergelijken met een obligatie. Je koopt deelbewijzen tegen een vaste prijs en krijgt in ruil een vergoeding. Je maakt geen winst op het deelbewijs, die behoudt normaal zijn waarde, maar op de vergoeding die je krijgt. Deze vergoeding is geen op voorhand vastgestelde rente maar is variabel en hangt af van de prestaties van de vennootschap.
Of te wel, een aandeel dat wel dividend betaald maar niet op de beurs is genoteerd en niet kan zakken. Er zijn wel nog een paar verschillen natuurlijk. Om te beginnen is er geen roerende voorheffing verschuldigd op het dividend zolang dit minder dan 170 euro per persoon is. En je kan je geld niet ieder moment terugkrijgen, zoals een aandeel, maar alleen op welbepaalde momenten.

Hoe zo een coöperatieve vennootschap werkt is een simpel antwoord te geven. Meestal halen ze bij hun start geld op. Ze creëren tien aandelen die elk tien euro waard zijn. Je kan maximum één aandeel bezitten per persoon. De vennootschap heeft tien aandeelhouders, honderd euro kapitaal en ieder aandeel is tien euro waard. Nu zal de vennootschap het kapitaal investeren in iets. Meestal gaat men hierbij ook geld lenen. Stel dat men ook nog eens honderd euro leent. Men gaat die tweehonderd euro investeren in een obligatie die 5% opbrengt. Men krijgt dus binnen de vennootschap ieder jaar 10 euro binnen. Men beslist dan om 50% van de opbrengst uit te keren en de rest aan te houden. Men keert dus 5 euro uit, of een halve euro per aandeel. Je krijgt 5% rendement op je aandeel. Netto is dit dus je doet je meer voordeel dan had je zelf die obligatie gekocht. Plus de vennootschap bouwt kapitaal op.
Wil je uitstappen uit de vennootschap krijg je tien euro terug, ze verkopen dus een deel van hun belegging en betalen je uit. Je enige winst die je doet is het dividend dat je hebt gekregen. Bij veel coöperatieve vennootschappen kan je trouwens dit dividend weer beleggen in deelbewijzen en alzo je kapitaal opbouwen.

Arco en Cera

 
De bovenstaande coöperatieve vennootschappen haalden geld op hun aandeelhouders en hebben dan een beetje extra geleend. Dit geld hebben ze geïnvesteerd in allerlei bedrijven. In het geval van Arco voornamelijk in Dexia, in het geval van Cera in KBC. Dat beiden voor een bank als belegging hebben gekozen is logisch. De meeste coöperatieve vennootschappen zijn geen investeringsclubs maar industriële holdings. Ze gebruiken meestal het geld om een bedrijf op te richten. Vandaag zijn er zo heel wat windmolenparken waar een coöperatieve vennootschap achter zit. Cera en Arco hebben met het opgehaalde geld een bank opgericht die later is gefuseerd tot respectievelijk KBC en Dexia.

Laat ons dieper ingaan op Cera. Deze vennootschap bezit 7,3% van de KBC aandelen en 59,8% van de KBC Ancora aandelen. Indien KBC een dividend betaald stroomt er geld naar KBC Ancora en naar Cera. Dit dividend gebruikte Cera om zijn aandeelhouders een dividend te geven alsook om een deel te herinvesteren in KBC, intresten af te betalen en voor hun werkingskosten. Er is in theorie geen vuiltje aan de lucht. Indien KBC geen dividend meer betaald zal Cera zijn aandeelhouders ook geen dividend geven en zijn reserves gebruiken om de intrest af te betalen. Dit is geen leuke situatie maar hoeft ook niet het einde van de wereld te betekenen. Het probleem zit hem meer op vlak van de balans.


Cera heeft geld opgehaald, eigen vermogen is dit, en heeft ook geld geleend, vreemd vermogen. Samen goed voor 2 miljard euro, waarvan ongeveer 1,3 miljard euro inbreng van de vennoten en 150 miljoen winsten uit het verleden. Dit geld heeft Cera geïnvesteerd in KBC en KBC Ancora. Op hun actiefzijde staat dus ook twee miljard euro. Mooi in evenwicht. Indien iemand wilt uitstappen verkoopt men gewoon een paar aandelen KBC en KBC Ancora. Aangezien je niet op elk moment kan uitstappen kan de vennootschap zich hierop voorbereiden door in aanloop van deze uitstapmogelijkheid kapitaal op te bouwen. Wederom geen vuiltje aan de lucht. Indien er zelfs een beetje verlies is op de aankoopwaarde valt dit perfect op te vangen. Want niet iedereen stapt uit op hetzelfde moment.

Echter, terug naar de realiteit. KBC en KBC Ancora zijn opgenomen in de boeken van Cera tegen een koers van 31,44 euro per aandeel KBC en 25,36 euro per aandeel KBC Ancora. Een aandeel KBC is op de beurs nu 9,33 euro waard, en een aandeel KBC Ancora nog 3,5 euro. Wat inhoudt dat indien Cera al zijn aandelen zou verkopen het nog maar 400 miljoen euro zou krijgen. Niet eens voldoende om de schulden, 700 miljoen euro, af te betalen. In zo een geval spreekt men van een virtueel failliet. De aandeelhouders zijn alles kwijt. Echter er is een oplossing. Indien Cera zijn aandelen niet verkoopt moet het zijn verlies niet nemen. En wanneer moet Cera zijn aandelen niet verkopen?

Juist ja, indien niemand kan uitstappen. Dit is hetgeen er nu bij Cera beslist is. De aandeelhouders mogen hun aandeel niet verkopen. Dit is mogelijk omdat het geen beursgenoteerde aandelen zijn. Alleen Cera kan aandelen van zichzelf kopen. Het zegt nu dat het dit niet gaat doen, hierdoor moet het geen activa van zichzelf verkopen om hiervoor geld vrij te maken. Voor deze strategie valt iets te zeggen. Indien de koersen van KBC en KBC Ancora weer stijgen komt alles wel weer goed. Maar lijkt dit aannemelijk?
 
KBC is de sterkste gebleken van de drie Belgische banken. Maar met sterk wordt vandaag vooral bedoelt dat de bank niet failliet gaat gaan.  Maar of er nog binnenkort een dividend en koerswinst inzit dat weet niemand. De kans is groot dat Cera de komende vijf of zelfs tien jaar zijn aandeelhouders niet laat uitstappen en niet gaat vergoeden in de vorm van een dividend. Op die manier hoopt de vennootschap zichzelf te redden. Voor de aandeelhouders betekent dit echter een serieuze aderlating.

Arco

Bij Arco een gelijkend verhaal. Hun belang in Dexia is minder waard dan hun schulden. In dit geval echter heeft men gekozen voor de vereffening. Men verkoopt al zijn activa, lost de schulden af en…wel ja dan stopt het. Normaal zal er niet voldoende geld zijn om de aandeelhouders te vergoeden. Echter de overheid aanziet coöperatieve vennootschappen als een spaarboek. Het eigen vermogen van zowel Cera als Arco is dus gewaarborgd door de overheid. Vrij vertaalt gaat dit over tweemaal één miljard euro geld dat de overheid zal moeten ophoesten. Zal Cera ook kiezen voor deze vereffening? De kans lijkt groot.

 Conclusie


Voor mensen die aandelen Arco en Cera bezitten zit er niets anders op dan af te wachten. Er zal normaal geen direct kapitaalsverlies zijn, maar op een vergoeding moet je niet meer hopen. Arco zal nog zeker drie jaar duren alvorens je kans maakt om je geld weer te zien, bij Cera kan het algauw een jaar langer duren. Zeker nu het zo lijkt dat Cera niet voor de vereffening kiest. Hierbij is de kans groot dat het tien jaar kan duren. 
Read more ...

Wat met Fondsen?


Wat met Fondsen?

Het eindejaar staat voor de deur en waarschijnlijk heeft u naast de vele kerstcadeaus ook van uw bank reeds een presentje gekregen. Eind december en begin januari betaalt de bank uw rente uit op de spaarrekeningen. Aangezien de Belg voor heel wat miljarden geld heeft staan op zijn spaarrekeningen, 180 miljard euro, gaat het om een enorm bedrag aan geld dat plotsklaps zal verschijnen in het land. Als de gemiddelde spaarboek met getrouwheidspremie 2% opbrengt gaat het over 3,6 miljard euro. Daarmee kan je al een heel eind.
Voeg hierbij de centjes die je krijgt van je bedrijf, eindejaarspremie, en een gulle nonkel en januari is traditioneel de maand van het sparen. Waarschijnlijk is sparen zelfs één van uw vele goede voornemens.

Ook de banken weten dat er nu heel wat extraatjes in de markt komen. Uw inkomen, dat geeft u uit aan van alles en nog wat. Maar uw intrest, dat is voor veel mensen toch nog iets speciaals. U heeft waarschijnlijk de reflex om dit niet uit te geven, maar te sparen. Banken kennen u beter dan u denkt, verwacht u dus maar aan een telefoon de komende weken. Hierin zullen ze u discreet erop wijzen dat het spaarboekje saai is, maar degelijk, en dat er betere beleggingen zijn. Even veilig natuurlijk. Wel laat me stellen, ze hebben gelijk. Een spaarboek is saai. Al die andere dingen die ze u gaan aanraden zijn dat niet. Tak21 en Tak23 zal u horen. Klikfondsen, fondsen met kapitaalsbescherming, indexfondsen, inflatieobligaties en gaat u maar verder. U gaat heel wat woordjes leren voor een duistere scrabbelavond. De vraag is natuurlijk, zijn deze beleggingen degelijk?

De pot geld

Een fonds is vrij simpel een pot met geld. We beginnen met de meest populaire fondsen, de open fondsen. Hier is de pot geld altijd open, u kan er insteken en u kan hetgeen u erin stak er weer uithalen. Iedere werkdag kan je deelbewijzen kopen van dat bepaald fonds. U steekt dan geld in de pot en krijgt een soort van 'aandeel' in de plaats. Dat geld zal natuurlijk niet gewoon liggen rusten in de pot. Iemand zal dat geld beheren. Meestal hebben fondsen ronkende namen als: Green Equity, Emerging Markets, Valuta Investment en ga maar verder. Open Google translate en u zal weten wat uw fonds doet. Het zal zijn pot geld beleggen in groeilanden, in groene energie of in vreemde munten. Er zijn ook fondsen die beleggen in Belgische aandelen, in dividendaandelen en in overheidsobligaties. U kan het zo gek niet bedenken of het bestaat.

Iemand beheert die pot geld  en natuurlijk moet die iemand vergoed worden. Ook instappen en uitstappen zal u geld kosten. Fondsen zijn met andere woorden altijd bezwaard met kosten. Dat beheren van de fondsen gebeurt door professionele mensen die verstand van zaken hebben. Maar het blijven natuurlijk mensen. Een fonds dat bijvoorbeeld belegd in aandelen met een hoog dividendrendement koopt aandelen die een hoog dividend uitbetalen zoals telecombedrijven en nutsbedrijven. Indien deze aandelen echter zakken zal ook het fonds zakken, dat spreekt voor zich. Met andere woorden, een fonds zonder kapitaalsbescherming biedt geen bescherming tegen dalende beurskoersen. Wel integendeel. De pot geld moet beheerd worden, er mag slechts een deel in cash zitten. Indien iemand instapt koopt de beheerder daarmee nieuwe aandelen van bijvoorbeeld Belgacom. Indien Belgacom zakt zal de waarde van het fonds zakken, alsook de deelbewijzen die je hebt gekocht. Wil je uitstappen moet de beheerder geld vrijmaken. Dit doet hij door aandelen te verkopen. Hierdoor kan het zijn dat het verlies alsmaar blijft oplopen. Mensen die massaal uitstappen kunnen een fonds doen opheffen.
Kortom, met een fonds zonder kapitaalsbescherming laat u het beleggingswerk door iemand anders doen. Die iemand moet betaald worden, en u betaald die natuurlijk. Die iemand zal het niet gek beter doen dan u. Meestal omdat hij gebonden is aan een bepaald thema. Neem nu een fonds dat focust op energie. Bedrijven als GDF Suez, RWE en EDF zitten dan in zijn fondsportefeuille. Indien echter GDF Suez zakt zullen meestel die andere ook zakken, die sector hangt nauw aan elkaar. Waardoor het verlies hoger is dan had u een deel in GDF Suez geïnvesteerd en een deel in een andere sector. Er zijn ook fondsen, algemene fondsen, die in alles beleggen natuurlijk. Indien u geen tijd hebt om uw geld zelf te beheren zijn deze wel een goed alternatief. Denk hieraan Carmignac bijvoorbeeld.

Kapitalisatie of niet?


Naast open fondsen en met kapitaalsbescherming is er nog een verschil tussen kapitalisatie en uitkeringsfondsen. Indien uw fonds belegt in bedrijven zal het van tijd tot stond dividenden krijgen en meerwaarden boeken. De fondsbeheerder biedt u de mogelijkheid om jaarlijks een deel van uw winst veilig te stellen door een dividend uit te keren. U betaalt hierop echter roerende voorheffing. Indien uw fonds belegt in buitenlandse aandelen doet u wel profijt omdat er geen dubbele roerende voorheffing is. Kapitalisatiefondsen herinvesteren ieder opbrengst die ze hebben, het fonds neemt dus toe in waarde net zoals uw deelbewijzen in de pot geld. Op meerwaarden wordt u nog altijd niet belast. Samenvattend, indien u gaat voor een open fonds kies dan één met kapitaalsbescherming en één met een zo breed mogelijke focus.
 
Fondsen hebben dus hun voordelen, maar zeker ook hun nadelen. Indien u wilt beleggen in groeilanden is een fonds een goed alternatief omdat u niet zelf aandelen uit die landen kan gaan opzoeken of omdat de transactiekosten voor die beurzen zeer hoog zijn. Hier bieden fondsen een goed alternatief. Persoonlijk opteer ik voor het zelf te doen. Een fonds beschermt je niet tegen verliezen, daarvoor moet je het niet doen. Met een aandelenportefeuille in eigen beheer heb je ook iets meer controle over welke aandelen je uitkiest.


Kapitaalsbescherming

Fondsen met kapitaalsbescherming houdt in dat je al zeker je kapitaal terugkrijgt. Het rendement hangt vaak af van 'gekke' factoren zoals de beweging van een bepaalde index ten opzichte van een andere index. Van dit soort fondsen blijft u beter af, indien u kapitaalbescherming wilt koopt u obligaties of staatsbonnen. Hiervan ben je zeker van en het kapitaal en het rendement. Indien u wilt experimenteren met variabel rendement neem dan meteen ook de stap om uw kapitaal in 'gevaar' te brengen. Fondsen kunnen dalen maar meestal is dat beperkt en zolang u blijft zitten is er altijd een kans dat het weer omhoog gaat.


Conclusie: Heeft u geen tijd om uw geld zelf te laten renderen maar durft u het risico aan koop dan een open fonds met kapitalisatie en dat belegt in aandelen zoals Carmignac.
Read more ...

dinsdag 29 november 2011

De Begroting Di Rupo



Nu de Belgische begroting steeds meer naar buiten toe bekend geraakt komen er toch enkele verrassingen uit de kast die van tel zijn voor beleggers. Op alle vast renderende producten, dit zijn obligaties, spaarrekeningen, termijnrekeningen,kasbons, staatsbons,… zal vanaf 2012 een roerende voorheffing aan de bron worden ingehouden van 21%. Indien u  100 euro rente krijgt gaat daarvan 21 euro naar de staat, de andere 79 euro is voor u. Hierop is tot hiertoe één uitzondering. De staatsbon die je tot nu vrijdag(2december) kan kopen zal slechts aan 15% roerende voorheffing belast worden. Zoals trouwens alle rentebetalingen die u nog dit jaar zal ontvangen.
De spaarboek blijft vrijgesteld van roerende voorheffing indien u onder het plafond blijft.

Deze strip behoudt wel zijn waarde
Voor beleggers in aandelen is er goed en slecht nieuws. Het goede nieuws, de meerwaardebelasting is afgevoerd. Minder goed nieuws is dat de roerende voorheffing op 25% blijft. Op dividenden betaald u dus 25% zoals het vroeger was. Op kapitaalverminderingen betaald u geen belastingen. Er verandert wel iets, namelijk de strips hun belastingvoordeel daalt. Vandaag kon u per strip per aandeel een dividendverlaging krijgen tot 15%, vanaf de nieuwe regeling zullen strips u nog maar 21% roerende voorheffing opleveren. Ze zijn dus minder nuttig en dat is toch wel belangrijk aangezien bij de aankoop van een strip je moet kijken hoe snel je die aankoop terugverdiend. Die termijn wordt nu langer.
Nog minder goed nieuws is de stijging van de beurstaks, die betaald u per transactie en gaat omhoog tot 0,22% met een maximum van 500 euro per transactie. Een goed overzicht was te vinden in de Tijd van vandaag, 29 november 2011.



Read more ...

zondag 27 november 2011

Het nettorendement


Directeur Jean Deboutte van het Agentschap van de Schuld

 Ons agentschap van de schuld, een verder zeer puike instelling die fantastisch werk verricht, laat weten dat de staatsbon aan 100% wordt uitgegeven omdat de spaarder anders moeite heeft om het rendement te bepalen. Laat mij bij deze onze geliefde schatkist ter hulp schieten en u haarfijn uitleggen hoe je rendementen bepaald.
Een rente is altijd een percentage en wordt altijd bepaald aan 100. Indien u 5% rente hebt krijgt u per schuif van 100 euro een mooie 5. Dus of uw staatsbon nu 105% of 98% heeft als uitgifte waarde maakt niets uit, u krijgt 5 euro per rentebetaling. Maar zo berekend u natuurlijk uw rendement niet. Dat berekend u op basis van het bedrag dat u investeert in het product. Bij 105%, boven pari noemt men dat, betaald u 105 euro, indien u dus 5 euro krijgt geeft dit een rendement van (5 delen door 100) 4,76%. Bij een uitgifte prijs van 98% is het dan weer 5 delen door 98 (u geeft 98 euro voor iets dat 100 euro waard is) en dat geeft 5,1%. Zo simpel is dat.
Wat dan op vervaldag? Wel dan krijgt u altijd 100 euro, of u nu beneden of boven pari hebt gegeven. In geval dat u beneden pari hebt betaald krijgt u nog wat extra, anders krijgt u zogenaamd wat minder. Een voorbeeld.
U koopt één obligatie aan 105%. U geeft de bank 105 euro. Het is er eentje op vijf jaar dus u krijgt vijf jaar lang de rente, die we wederom op 5% zetten. Dit geeft  5 maal 5 of 25 euro na al die jaren. U deelt die 25 euro door de 105 euro die u geïnvesteerd heeft en u krijgt 23,8% rendement op vijf jaar. Voor uw jaarrendement delen we gewoon door vijf, wat wederom 4,76% geeft. Allemaal zeer begrijpbaar en bijna basis wiskunde. Concreet heeft natuurlijk maar 20 euro verdiend aangezien u slechts 100 euro terugkrijgt en u wel 105 euro hebt gegeven. Waardoor uw werkelijk rendement slechts 20% bedraagt, wat 4% op jaarbasis geeft. Dit is het werkelijke bruto rendement. Dit kan u ook eenvoudig verkrijgen door alles wat boven pari is, die 5%, te delen door de looptijd en af te trekken van de aangeboden rente. Dus 5 delen door 5 en we komen uit op 1. Dit aftrekken van de aangeboden rente van 5%, geeft 4%. Het agentschap van de schuld onderschat u vreselijk.

Indien u aankopen doet op de secundaire obligatiemarkt moet u deze regel ook onthouden. Indien een obligatie nog 4 rentebetalingen doet kan het soms toch nog lonen om te kopen boven pari. Echter indien er een obligatie op de markt staat aan 105% van zijn waarde, 4% rente biedt en nog slechts één jaar loopt dan moet u tweemaal nadenken. U geeft 105 euro, op vervaldag krijgt u 100 euro terug samen met 4 euro rente. U doet u dus verlies. Bij aankopen van obligatie dus altijd dit eenvoudig sommetje toepassen: rente- (aankoop/uitgifte waarde - nominale waarde)/resterende looptijd.

Omdat vadertje staat ook graag eens passeert aan start moet er ook nog van bruto naar netto worden overgegaan. Wederom niets moeilijk. Tot hiertoe is de roerende voorheffing, de belasting op inkomen uit kapitaal, beperkt tot 15% voor obligaties en kasbons. Ook spaarboekjes worden aan 15% belast. Echter indien de uitgekeerde rente lager is dan 1770 euro betaald u geen belastingen. U moet al over een stevig spaarboekje beschikken om hierboven te zitten. Dus 15% betaald u op iedere intrestbetaling. In ons voorbeeld krijgt u 5% bruto, we doen dit maal 0,85 en we komen uit op het nettorendement. Wat meteen opvalt, de potentiële meerwaarden die u heeft bij het aankopen onder pari worden niet belast. Inderdaad er was eventjes sprake van een meerwaardebelasting maar tot hiertoe is het zo dat meerwaarden op aandelen of obligaties zijn onbelast.

Maar toch staat er veranderingen op stapel, de roerende voorheffing zou stijgen naar 21%. Dit heeft twee gevolgen. In 2011 zal u nog 15% betalen op intresten uit obligaties, eenmaal de wetgeving is aangepast zal dit 21% zijn. Dit gaat meteen in, de rente op uw obligaties zal bruto hetzelfde blijven maar netto zal er minder overblijven. Wees niet ongerust, de bank houdt de roerende voorheffing spontaan af. U moet hiervoor niets doen.
De tweede wijziging is voor aandelen. Bij aandelen uit het buitenland heb ik goed nieuws voor u. Op dividenden, de intrest op aandelen, betaald u 25% op dit moment. Dit zakt dus naar 21%, wat goed nieuws is. Voor Belgische aandelen is het verhaal anders. Er zijn sommige aandelen waarop u slechts 15% roerende voorheffing hoeft te betalen, hiervoor noteren er strips op de beurs. Met de nieuwe regels rond roerende voorheffing lijkt het logisch dat deze strips verdwijnen en dus waardeloos zijn. Indien u strips heeft, die bent u kwijt. Indien u nog geen strips heeft, geen zorgen u zal u profijt doen aangezien u reeds 25% betaalde en nu slechts 21%.
Voor de veel besproken coöperatieve aandelen gelden nog andere regels, die zijn vrijgesteld van roerende voorheffing tot een bepaald bedrag, 170 euro is dit normaal, waardoor de nieuwe regels geen invloed hebben op deze producten.

Concreet: Het agentschap van de schuld weet nu dat u wel uw rendement kan berekenen als ze staatsbons beneden pari uitgeeft waardoor wij met zijn allen hopen op een eerlijkere uitgifte van staatsbons in de toekomst. Verder, de verandering in roerende voorheffing betekend meestal goed nieuws voor de aandelenbelegger, minder goed nieuws voor de obligatiebelegger.
Read more ...

zaterdag 26 november 2011

Ratingverlaging België






Standard&Poor's verlaagd rating België




Wat is een rating?

Ieder bedrijf dat geld ophaalt heeft een rating, de meeste landen hebben dit ook. De reden hierachter is zeer simpel, als je geld ontleend is je belangrijkste bekommernis het terugkrijgen van dat geld. Indien jij leent aan je buur en je weet dat die vast werk heeft, zuinig leeft en dat soort zaken zal je die vraag zelf kunnen beantwoorden. Leen je jouw geld uit aan een bedrijf dan is die vraag minder eenvoudig te beantwoorden. Hier komen de ratingbureaus in het spel. Deze bedrijven worden betaald door andere bedrijven, voor landen doen ze het gratis, om hun boeken door te lichten en het risico op wanbetaling te berekenen. Deze berekeningen monden uit in een letter. Iemand met drie AAA's heeft minder risico op wanbetaling dan iemand met AA. Zo simpel is het. De adder onder het gras is echter enorm. Om te beginnen, iedere terugbetaling draagt risico's in de ogen van de ratingbureaus. Dus ook een AAA kan zijn terugbetalingen staken, alleen de kans is kleiner dan iemand met BB.
Echter de belangrijkste adder is het inschattingsvermogen van de agentschappen. Hier gaat het al wel eens fout, en dan zit je plots met een AAA bedrijf dat in feite maar BBB is. Die inschattingsfout is niet alleen het gevolg van wanbeleid binnen de ratingbureaus maar kan ook het gevolg zijn van een veranderende economie toestand. Daarom heeft iedere rating ook een outlook, zal de rating worden herzien en zo ja in welke richting.

De ratings zijn in feite onder te verdelen in drie categorieën: veilig, beleggingswaardig en rommel. Bij veilig krijg je een laag rendement maar krijg je haast zeker je geld. Bij beleggingswaardig, de grootste categorie, krijg je per trapje op de lettersoep een beetje meer rente voor een beetje meer risico. Maar in theorie lukt de terugbetaling altijd. Met rommel speel je letterlijk een spelletje roulette. Indien het lukt, veel rendement. Indien het niet lukt, alles kwijt. De ratings verschillen per bureau maar globaal is dit een mooi schema. De letter A staat voor veilig, hoe meer A's je hebt hoe veiliger. De letter B staat voor minder veilig, hoe meer B's hoe veiliger. Alle andere letters wijzen op ofwel heel groot risico of duiden aan dat het bedrijf reeds in faling is gegaan.


Wat doet een rating?

Op zich doet een rating niet veel. Het geeft een indicatie. Die niet altijd even correct is zelfs. Maar toch wordt er veel waarde gehecht aan deze rating. Om te beginnen mogen bepaalde lange termijn investeerders zoals pensioenfondsen en verzekeraars alleen maar in A gecatalogeerde activaklassen beleggen. Daalt de rating dan moet dit fonds verkopen. Ook banken moeten een bepaald percentage van hun deposito's in veilig papier steken. Indien de rating dan ook onder een bepaald niveau valt, meestal vanaf BBB, moeten ze hun onderpand verhogen willen ze nog in dat papier investeren. Het spreekt dus voor zich dat een lage rating meteen als gevolg heeft dat er minder kopers zijn. Een ratingverlaging kan dus een verkoopgolf op gang brengen.
Verder hangt de rente nauw samen met de rating. Hoe hoger de rating, hoe minder rente men zal moeten betalen. De risicopremie is dus lager. Dit is in feite de belangrijkste rol van een rating, de rente bepalen. Bedrijven zullen er dan ook alles aan doen om een hoge rating te behouden.

Wat zijn de gevolgen van de Belgische ratingverlaging

Om te beginnen blijft Belgisch papier investeerderwaardig, het is dus niet zo dat alle banken nu naar de uitgang gaan lopen. De verlaging was ook reeds lang geanticipeerd waardoor de impact op de beurzen in theorie zal meevallen, anderzijds de reden waarom de geëiste rente op de secundaire markten oploopt is net omdat men vreesde voor een ratingverlaging. De hogere rente is dan ook het belangrijkste gevolg van dit alles. Dit zal traag doorsijpelen naar de Belgische economie. Om te beginnen zal de overheid meer rente moeten betalen op nieuwe schuld die ze uitgeven. Voor 2012 zal men ongeveer 80 miljard euro moeten ophalen. Maandag zal het Agentschap van de Schuld ook proberen om 2,5 miljard euro op te halen. Dit zal ook gebeuren tegen een hogere rente dan een maand of drie terug. Concreet betekend dit dat de begroting, waar men rekening houd met te betalen rente, extra verzwaard zal worden wat extra besparingen of belastingen mogelijk maakt.
Voor de consument valt de impact mee. Om te beginnen is de spaarrente op spaarboekjes en kasbons niet verbonden aan de overheidsrente maar aan de rente die de Europese Centrale Bank hanteert. Indien u wilt profiteren van de stijgende rente zal u staatsbons moeten kopen. Voor mensen die een lening hebben kunnen er wel gevolgen zijn. Banken hebben altijd de keuze, geld ontlenen aan mensen of aan de overheid. Het spreekt voor zich dat indien de overheid meer rente betaald ook de leningen voor een huis omhoog gaan. Indien u variabele rente heeft kan u dit effect dus voelen. Voor nieuwe leningen zal er ook een verschil zijn. Mensen met een vaste rente zitten normaal veilig en doen zich in theorie dus profijt.
Voor mensen die reeds staatsbonnen of obligaties bezitten is er geen reden tot paniek. De terugbetalingscapaciteiten van de overheid blijven sterk. De koers van deze obligaties zal wel onder druk kunnen blijven staan, waardoor verkopen op de secundaire markt moeilijker zal zijn. Maar op vervaldag krijgt u nog altijd uw inleg terug en de overheid zal ook de intrest blijven betalen.

Read more ...