dinsdag 29 november 2011

De Begroting Di Rupo



Nu de Belgische begroting steeds meer naar buiten toe bekend geraakt komen er toch enkele verrassingen uit de kast die van tel zijn voor beleggers. Op alle vast renderende producten, dit zijn obligaties, spaarrekeningen, termijnrekeningen,kasbons, staatsbons,… zal vanaf 2012 een roerende voorheffing aan de bron worden ingehouden van 21%. Indien u  100 euro rente krijgt gaat daarvan 21 euro naar de staat, de andere 79 euro is voor u. Hierop is tot hiertoe één uitzondering. De staatsbon die je tot nu vrijdag(2december) kan kopen zal slechts aan 15% roerende voorheffing belast worden. Zoals trouwens alle rentebetalingen die u nog dit jaar zal ontvangen.
De spaarboek blijft vrijgesteld van roerende voorheffing indien u onder het plafond blijft.

Deze strip behoudt wel zijn waarde
Voor beleggers in aandelen is er goed en slecht nieuws. Het goede nieuws, de meerwaardebelasting is afgevoerd. Minder goed nieuws is dat de roerende voorheffing op 25% blijft. Op dividenden betaald u dus 25% zoals het vroeger was. Op kapitaalverminderingen betaald u geen belastingen. Er verandert wel iets, namelijk de strips hun belastingvoordeel daalt. Vandaag kon u per strip per aandeel een dividendverlaging krijgen tot 15%, vanaf de nieuwe regeling zullen strips u nog maar 21% roerende voorheffing opleveren. Ze zijn dus minder nuttig en dat is toch wel belangrijk aangezien bij de aankoop van een strip je moet kijken hoe snel je die aankoop terugverdiend. Die termijn wordt nu langer.
Nog minder goed nieuws is de stijging van de beurstaks, die betaald u per transactie en gaat omhoog tot 0,22% met een maximum van 500 euro per transactie. Een goed overzicht was te vinden in de Tijd van vandaag, 29 november 2011.



Read more ...

zondag 27 november 2011

Het nettorendement


Directeur Jean Deboutte van het Agentschap van de Schuld

 Ons agentschap van de schuld, een verder zeer puike instelling die fantastisch werk verricht, laat weten dat de staatsbon aan 100% wordt uitgegeven omdat de spaarder anders moeite heeft om het rendement te bepalen. Laat mij bij deze onze geliefde schatkist ter hulp schieten en u haarfijn uitleggen hoe je rendementen bepaald.
Een rente is altijd een percentage en wordt altijd bepaald aan 100. Indien u 5% rente hebt krijgt u per schuif van 100 euro een mooie 5. Dus of uw staatsbon nu 105% of 98% heeft als uitgifte waarde maakt niets uit, u krijgt 5 euro per rentebetaling. Maar zo berekend u natuurlijk uw rendement niet. Dat berekend u op basis van het bedrag dat u investeert in het product. Bij 105%, boven pari noemt men dat, betaald u 105 euro, indien u dus 5 euro krijgt geeft dit een rendement van (5 delen door 100) 4,76%. Bij een uitgifte prijs van 98% is het dan weer 5 delen door 98 (u geeft 98 euro voor iets dat 100 euro waard is) en dat geeft 5,1%. Zo simpel is dat.
Wat dan op vervaldag? Wel dan krijgt u altijd 100 euro, of u nu beneden of boven pari hebt gegeven. In geval dat u beneden pari hebt betaald krijgt u nog wat extra, anders krijgt u zogenaamd wat minder. Een voorbeeld.
U koopt één obligatie aan 105%. U geeft de bank 105 euro. Het is er eentje op vijf jaar dus u krijgt vijf jaar lang de rente, die we wederom op 5% zetten. Dit geeft  5 maal 5 of 25 euro na al die jaren. U deelt die 25 euro door de 105 euro die u geïnvesteerd heeft en u krijgt 23,8% rendement op vijf jaar. Voor uw jaarrendement delen we gewoon door vijf, wat wederom 4,76% geeft. Allemaal zeer begrijpbaar en bijna basis wiskunde. Concreet heeft natuurlijk maar 20 euro verdiend aangezien u slechts 100 euro terugkrijgt en u wel 105 euro hebt gegeven. Waardoor uw werkelijk rendement slechts 20% bedraagt, wat 4% op jaarbasis geeft. Dit is het werkelijke bruto rendement. Dit kan u ook eenvoudig verkrijgen door alles wat boven pari is, die 5%, te delen door de looptijd en af te trekken van de aangeboden rente. Dus 5 delen door 5 en we komen uit op 1. Dit aftrekken van de aangeboden rente van 5%, geeft 4%. Het agentschap van de schuld onderschat u vreselijk.

Indien u aankopen doet op de secundaire obligatiemarkt moet u deze regel ook onthouden. Indien een obligatie nog 4 rentebetalingen doet kan het soms toch nog lonen om te kopen boven pari. Echter indien er een obligatie op de markt staat aan 105% van zijn waarde, 4% rente biedt en nog slechts één jaar loopt dan moet u tweemaal nadenken. U geeft 105 euro, op vervaldag krijgt u 100 euro terug samen met 4 euro rente. U doet u dus verlies. Bij aankopen van obligatie dus altijd dit eenvoudig sommetje toepassen: rente- (aankoop/uitgifte waarde - nominale waarde)/resterende looptijd.

Omdat vadertje staat ook graag eens passeert aan start moet er ook nog van bruto naar netto worden overgegaan. Wederom niets moeilijk. Tot hiertoe is de roerende voorheffing, de belasting op inkomen uit kapitaal, beperkt tot 15% voor obligaties en kasbons. Ook spaarboekjes worden aan 15% belast. Echter indien de uitgekeerde rente lager is dan 1770 euro betaald u geen belastingen. U moet al over een stevig spaarboekje beschikken om hierboven te zitten. Dus 15% betaald u op iedere intrestbetaling. In ons voorbeeld krijgt u 5% bruto, we doen dit maal 0,85 en we komen uit op het nettorendement. Wat meteen opvalt, de potentiële meerwaarden die u heeft bij het aankopen onder pari worden niet belast. Inderdaad er was eventjes sprake van een meerwaardebelasting maar tot hiertoe is het zo dat meerwaarden op aandelen of obligaties zijn onbelast.

Maar toch staat er veranderingen op stapel, de roerende voorheffing zou stijgen naar 21%. Dit heeft twee gevolgen. In 2011 zal u nog 15% betalen op intresten uit obligaties, eenmaal de wetgeving is aangepast zal dit 21% zijn. Dit gaat meteen in, de rente op uw obligaties zal bruto hetzelfde blijven maar netto zal er minder overblijven. Wees niet ongerust, de bank houdt de roerende voorheffing spontaan af. U moet hiervoor niets doen.
De tweede wijziging is voor aandelen. Bij aandelen uit het buitenland heb ik goed nieuws voor u. Op dividenden, de intrest op aandelen, betaald u 25% op dit moment. Dit zakt dus naar 21%, wat goed nieuws is. Voor Belgische aandelen is het verhaal anders. Er zijn sommige aandelen waarop u slechts 15% roerende voorheffing hoeft te betalen, hiervoor noteren er strips op de beurs. Met de nieuwe regels rond roerende voorheffing lijkt het logisch dat deze strips verdwijnen en dus waardeloos zijn. Indien u strips heeft, die bent u kwijt. Indien u nog geen strips heeft, geen zorgen u zal u profijt doen aangezien u reeds 25% betaalde en nu slechts 21%.
Voor de veel besproken coöperatieve aandelen gelden nog andere regels, die zijn vrijgesteld van roerende voorheffing tot een bepaald bedrag, 170 euro is dit normaal, waardoor de nieuwe regels geen invloed hebben op deze producten.

Concreet: Het agentschap van de schuld weet nu dat u wel uw rendement kan berekenen als ze staatsbons beneden pari uitgeeft waardoor wij met zijn allen hopen op een eerlijkere uitgifte van staatsbons in de toekomst. Verder, de verandering in roerende voorheffing betekend meestal goed nieuws voor de aandelenbelegger, minder goed nieuws voor de obligatiebelegger.
Read more ...

zaterdag 26 november 2011

Ratingverlaging België






Standard&Poor's verlaagd rating België




Wat is een rating?

Ieder bedrijf dat geld ophaalt heeft een rating, de meeste landen hebben dit ook. De reden hierachter is zeer simpel, als je geld ontleend is je belangrijkste bekommernis het terugkrijgen van dat geld. Indien jij leent aan je buur en je weet dat die vast werk heeft, zuinig leeft en dat soort zaken zal je die vraag zelf kunnen beantwoorden. Leen je jouw geld uit aan een bedrijf dan is die vraag minder eenvoudig te beantwoorden. Hier komen de ratingbureaus in het spel. Deze bedrijven worden betaald door andere bedrijven, voor landen doen ze het gratis, om hun boeken door te lichten en het risico op wanbetaling te berekenen. Deze berekeningen monden uit in een letter. Iemand met drie AAA's heeft minder risico op wanbetaling dan iemand met AA. Zo simpel is het. De adder onder het gras is echter enorm. Om te beginnen, iedere terugbetaling draagt risico's in de ogen van de ratingbureaus. Dus ook een AAA kan zijn terugbetalingen staken, alleen de kans is kleiner dan iemand met BB.
Echter de belangrijkste adder is het inschattingsvermogen van de agentschappen. Hier gaat het al wel eens fout, en dan zit je plots met een AAA bedrijf dat in feite maar BBB is. Die inschattingsfout is niet alleen het gevolg van wanbeleid binnen de ratingbureaus maar kan ook het gevolg zijn van een veranderende economie toestand. Daarom heeft iedere rating ook een outlook, zal de rating worden herzien en zo ja in welke richting.

De ratings zijn in feite onder te verdelen in drie categorieën: veilig, beleggingswaardig en rommel. Bij veilig krijg je een laag rendement maar krijg je haast zeker je geld. Bij beleggingswaardig, de grootste categorie, krijg je per trapje op de lettersoep een beetje meer rente voor een beetje meer risico. Maar in theorie lukt de terugbetaling altijd. Met rommel speel je letterlijk een spelletje roulette. Indien het lukt, veel rendement. Indien het niet lukt, alles kwijt. De ratings verschillen per bureau maar globaal is dit een mooi schema. De letter A staat voor veilig, hoe meer A's je hebt hoe veiliger. De letter B staat voor minder veilig, hoe meer B's hoe veiliger. Alle andere letters wijzen op ofwel heel groot risico of duiden aan dat het bedrijf reeds in faling is gegaan.


Wat doet een rating?

Op zich doet een rating niet veel. Het geeft een indicatie. Die niet altijd even correct is zelfs. Maar toch wordt er veel waarde gehecht aan deze rating. Om te beginnen mogen bepaalde lange termijn investeerders zoals pensioenfondsen en verzekeraars alleen maar in A gecatalogeerde activaklassen beleggen. Daalt de rating dan moet dit fonds verkopen. Ook banken moeten een bepaald percentage van hun deposito's in veilig papier steken. Indien de rating dan ook onder een bepaald niveau valt, meestal vanaf BBB, moeten ze hun onderpand verhogen willen ze nog in dat papier investeren. Het spreekt dus voor zich dat een lage rating meteen als gevolg heeft dat er minder kopers zijn. Een ratingverlaging kan dus een verkoopgolf op gang brengen.
Verder hangt de rente nauw samen met de rating. Hoe hoger de rating, hoe minder rente men zal moeten betalen. De risicopremie is dus lager. Dit is in feite de belangrijkste rol van een rating, de rente bepalen. Bedrijven zullen er dan ook alles aan doen om een hoge rating te behouden.

Wat zijn de gevolgen van de Belgische ratingverlaging

Om te beginnen blijft Belgisch papier investeerderwaardig, het is dus niet zo dat alle banken nu naar de uitgang gaan lopen. De verlaging was ook reeds lang geanticipeerd waardoor de impact op de beurzen in theorie zal meevallen, anderzijds de reden waarom de geëiste rente op de secundaire markten oploopt is net omdat men vreesde voor een ratingverlaging. De hogere rente is dan ook het belangrijkste gevolg van dit alles. Dit zal traag doorsijpelen naar de Belgische economie. Om te beginnen zal de overheid meer rente moeten betalen op nieuwe schuld die ze uitgeven. Voor 2012 zal men ongeveer 80 miljard euro moeten ophalen. Maandag zal het Agentschap van de Schuld ook proberen om 2,5 miljard euro op te halen. Dit zal ook gebeuren tegen een hogere rente dan een maand of drie terug. Concreet betekend dit dat de begroting, waar men rekening houd met te betalen rente, extra verzwaard zal worden wat extra besparingen of belastingen mogelijk maakt.
Voor de consument valt de impact mee. Om te beginnen is de spaarrente op spaarboekjes en kasbons niet verbonden aan de overheidsrente maar aan de rente die de Europese Centrale Bank hanteert. Indien u wilt profiteren van de stijgende rente zal u staatsbons moeten kopen. Voor mensen die een lening hebben kunnen er wel gevolgen zijn. Banken hebben altijd de keuze, geld ontlenen aan mensen of aan de overheid. Het spreekt voor zich dat indien de overheid meer rente betaald ook de leningen voor een huis omhoog gaan. Indien u variabele rente heeft kan u dit effect dus voelen. Voor nieuwe leningen zal er ook een verschil zijn. Mensen met een vaste rente zitten normaal veilig en doen zich in theorie dus profijt.
Voor mensen die reeds staatsbonnen of obligaties bezitten is er geen reden tot paniek. De terugbetalingscapaciteiten van de overheid blijven sterk. De koers van deze obligaties zal wel onder druk kunnen blijven staan, waardoor verkopen op de secundaire markt moeilijker zal zijn. Maar op vervaldag krijgt u nog altijd uw inleg terug en de overheid zal ook de intrest blijven betalen.

Read more ...

vrijdag 25 november 2011

De Staatsbon: een vaste waarde?



Het verschil tussen een staatsbon, een kasbon en een obligatie is simpel. De uitgever is anders. Een staatsbon wordt uitgegeven door een land dat geld ophaalt, alwaar een obligatie meestal door een bedrijf wordt uitgegeven. Verder is alles hetzelfde. Je geeft geld, je krijgt dat binnen een aantal jaren terug en ieder jaar krijg je hierop rente. Lijkt simpel en dat is het ook. Vandaag de dag kan je staatsbons kopen, dat kan je normaal altijd maar dan gebeurt dit op de secundaire markt. Vandaag worden er nieuwe staatsbons uitgegeven. Dit wilt zeggen dat u kosteloos deze kan aankopen bij uw bankier. Waarom zou u dat doen?
Wel spaargeld moet opbrengen, of alvast de inflatie verslaan. Uw spaarboekje doet dit vandaag de dag niet, omdat de aangeboden rente te laag is. U wilt dus uw geld beleggen, en hiervoor hebt u een scala aan mogelijkheden. Een termijnrekening en een kasbon hebben nadelen, ze kloppen meestal wel de inflatie maar u kan nogal moeilijk aan uw geld in geval van nood. Het is met andere woorden weinig liquide. Een obligatie en een staatsbon zijn dit wel. Dit wilt zeggen dat u voor de vervaldag, de dag waarop u uw geld terugkrijgt, deze objecten kan verkopen op de beurs. De prijs waartegen dit gebeurd is echt het probleem. Op vervaldag krijgt u, laat ons nog niet doemdenken, altijd 100% van de waarde terug. U geeft 100 euro en u krijgt 100 euro. De aangeboden rente wordt hierop ook berekend. U geeft 100 euro en u krijgt hierop  4% rendement bijvoorbeeld. U ziet het zelf, indien u 99 euro krijgt en u krijgt 4% op 100 euro dan doet u zichzelf extra profijt. Dit is meteen ook de uitleg waarom u in de media hoort dat de Belgische rente stijgt. Op dit moment kan je staatsbonnen van verschillende looptijd kopen op de beurs, hun waarde ligt echter onder de terugbetalingswaarde. Een voorbeeld.

In 2005 gaf de overheid een staatsbon uit op 10 jaar met een rente van 5% en u moest 100 euro betalen per ‘schijf’ staatsbon. U krijgt dus indien u de staatsbon kocht op de primaire markt ieder jaar 5 euro bruto per aangeboden 100 euro. Op vervaldag krijgt u 100 euro en de laatste intrest. Vandaag echt noteert deze staatsbon niet aan 100 euro op de beurs, wat de staatsbon in theorie waard is, maar aan 95 euro. Voor u geen enkel probleem, zolang u niet verkoopt krijgt u in 2015 gewoon 100 euro. Indien u echt vandaag koopt doet u een koopje. U betaald 95 euro, u krijgt gewoon uw 5 euro intrest en op vervaldag krijgt u nog eens 5 euro extra, aangezien de overheid u gewoon 100 euro terugbetaald. Het rendement ligt dus hoger dan die 5% bruto. 

Dit de theorie, nu de praktijk. Vandaag kan u dus nieuwe en oude staatsbons kopen. Welke u koopt maakt in theorie niets uit. Zowel de oude als de nieuwe worden uitgegeven door de overheid en zijn in euro. Ze zijn dus gelijk aan elkaar. U zal waarschijnlijk onze eerste minister hebben horen zeggen dat u de nieuwe moet kopen. Dit is logisch, het geld van nieuwe staatsbons gaat rechtstreeks naar de overheid zijn schatkist. Indien u oude koopt gaat uw geld naar de verkoper, dat kan een bank zijn maar ook een gewone belegger. Is het dan patriottistisch om de nieuwe te kopen? Wel ja en nee. Op dit moment is de overheid in de problemen omdat er meer verkopers dan kopers zijn van oude staatsbonnen, hierdoor stijgt het rendement op de oude. Indien de overheid nieuwe uitgeeft zal het evenveel rendement moeten aanbieden, anders kan je als investeerder evengoed de oude gaan kopen. Als we als Belgen massaal staatsbons kopen dan drukken we dus de rente.

Waarom dan gaan voor de oude? Wel simpel, omdat de overheid aan het profiteren is van ons allen. Het rendement op oude en nieuwe staatsbons loopt niet gelijk. Het verschil loopt op tot enkele percenten per jaar. Dit is opvallend en frappant. De keuze is normaal gezien of je staatbons koopt, niet dewelke. Die motivatie om er te kopen wordt dan ook hier kort besproken, welke staatsbons u koopt moge duidelijk zijn. Koop de oude, hiermee doet u uw zelf profijt en helpt u toch ons land.

Dus meteen naar de motivatie om er te kopen. Om te beginnen de pro’s, reeds aangehaald, zijn simpel. U krijgt een rendement dat hoger ligt dan de inflatie en u doet dus profijt. De contra’s zijn ook simpel. U riskeert uw geld kwijt te spelen. Dit is nieuw voor staatsbons, maar Griekenland heeft bewezen dat het kan. Tot hiertoe is die kans enorm klein. Indien België echt in de problemen komt zal u deze problemen vooral voelen in uw loon, uw uitkeringen en uw sociale zekerheid en veel minder in de terugbetaling van uw staatsbons. Bij deze gewoon de formele waarschuwing, u kan uw geld verliezen. Maar eventjes deze theoretische denkoefening. Uw spaargeld staat bij Belgische banken die dat geld meestal investeren in Belgische staatsbons. Indien België zijn terugbetaling staakt komen deze banken in de problemen. U zegt, geen probleem mijn spaargeld is beschermd. Inderdaad, door diezelfde failliete overheid. In het kort, en met gebrek aan nuance, staatsbons zijn even (on)veilig als spaarboekjes. Ze brengen alleen meer op. Het enige echt argument contra is de liquiditeit. Uw koelkast kapot, geen probleem haal het van het spaarboekje. Bij een staatsbon ligt dit lastiger. Het is mogelijk ze te verkopen maar het kan zijn dat hun waarde nog verder is gezakt. Zoals reeds gezegd indien u ze aanhoud tot vervaldag geen probleem, indien u ze moet verkopen natuurlijk wel.

Daarom deze conclusie, hebt u geld dat u niet direct nodig hebt en dat nu wortel staat te schieten op uw spaarboekje, dan is nu de tijd gekomen om het te laten renderen. Loop naar uw bank, en koop staatsbons. Liefste de oude en ook het liefst op vijf jaar. Ze zullen qua rendement de inflatie kloppen en al zeker het spaarboekje.
Read more ...