zondag 11 september 2011

De Fundamentele analyse


Beleggen in aandelen

Een aandeel is een bewijs dat je deel uitmaakt van het kapitaal van een bedrijf. Ieder bedrijf heeft aandelen en ieder bedrijf heeft eigen vermogen. Het bedrijf gebruikt dat vermogen om producten of diensten te leveren aan klanten. Indien het bedrijf winst maakt behoort deze winst toe aan de aandeelhouder. Indien het bedrijf verliest maakt dan behoort de verlies toe aan de aandeelhouder.  Bij bedrijven die beursgenoteerd zijn is het mogelijk om dag in dag uit deelbewijzen van het bedrijf te kopen. Dit gebeurd op de beurs via een systeem van vraag en aanbod. Mensen die aandelen bezitten van een bedrijf bieden hun aandelen te koop zodat mensen die kunnen kopen. Het is de verkopers vrij om te vragen wat ze willen en het is de kopers vrij om te geven wat ze willen. Dit creëert natuurlijk problemen maar ook kansen. Beleggen is om het simpelweg te stellen het correct inschatten van de waarde van een aandeel, het aandeel dan proberen te kopen en het later weer te verkopen. Je gaat er dus van uit dat iemand het aandeel ondergewaardeerd verkoopt en iemand het later overgewaardeerd koopt. Het spreekt voor zich dat de theorie mooier is dan de praktijk. Niemand, maar dan ook niemand, kan de exacte waarde van een aandeel bepalen. Vergelijk het met de aankoop van een wagen. Een Mercedes betaal je duur omdat je kwaliteit in de plaats hoopt te krijgen. Toch bestaat er een kans dat jouw Mercedes sneller kapot gaat dan de Lada van de buur. Dit kan ook met aandelen gebeuren.

Fundamentele analyse

Toch is het mogelijk om een prijs op ieder bedrijf te plaatsen. De meest aangewezen manier hiervoor is de zogenaamde fundamentele  analyse. Hierbij worden er allerlei financiële parameters losgelaten op het bedrijf. De meest bekende is de koers/winstverhouding. Hierbij wordt gekeken hoeveel winst het bedrijf per aandeel maakt. Laat ons binnen deze gehele uitleg werken met één fictief bedrijf, Hofman en Co, dat een industrieel conglomeraat is. Stel nu dat Hofman en Co 1 miljoen uitstaande aandelen heeft, dat wilt zeggen het kapitaal bestaat uit één miljoen aandelen. Heb je één miljoen aandelen in bezit dan is het bedrijf van jou. Dit bedrijf maakt winst, stel tien miljoen euro in 2010. Dan is de winst per aandeel simpel te berekenen: winst delen door totaal aantal aandelen oftewel 10 miljoen delen door één miljoen wat 10 euro geeft. De winst per aandeel is 10 euro. Dat wilt zeggen dat iedere aandeelhouder recht heeft op 10 euro.
Het aandeel Hofman en Co staat genoteerd op de beurs en de laatste slotkoers was 100 euro. Hoe komt men nu aan dit bedrag? Simpel de koers/winstverhouding is het delen van de koers(100 euro) door de winst per aandeel(10 euro) wat ons in dit voorbeeld 10 geeft. Men betaald dus tien keer de winst per aandeel. Wat zegt dit getal nu?
Niets. Indien het aandeel morgen stijgt naar 110 euro dan betaald men plots 11 keer de winst. Stel dat het aandeel zakt dan betaald men plots nog maar 9 of zelfs 8 keer de winst. Toch is de K/W(koers/winstverhouding) belangrijk. Want je kan deze omdraaien. Ik geef 100 euro voor een aandeel, hoelang zal het duren alvorens het bedrijf die 100 euro heeft terugverdiend. Ik heb recht op 10 euro winst, indien ze dit 10 jaar lang aanhouden verdien ik mijn investering terug op 10 jaar. Dit geeft een rendement van 10% per jaar. Vergelijk dit maar eens met uw intrest op een spaarboekje.
Om deze simpele reden wordt alles tussen de 10 en de 12 keer de winst als goedkoop aanzien. Het rendement ligt hoger dan een spaarboekje.
Echter indien dat een goede graadmeter is, waarom stijgt of daalt de beurskoers dan? Om te beginnen, de winst kan ook stijgen of dalen. Indien het bedrijf geen 10 miljoen euro maar slechts 5 miljoen euro winst maakt vanwege de financiële crisis dan is die 100 euro per aandeel plots 20 keer de winst. Wat dan weer als duur wordt gezien. Het aandeel zal dus zakken, tot neem nu 60 euro per aandeel. Anderzijds kan het bedrijf ook groeien. Bij de K/W is de grote onbekende altijd de winst. Niemand kan de winst voor het volgende jaar correct voorspellen. Toch is het interessant om deze te weten. Stel dat ons bedrijf binnen dit en vijf jaar zijn winst kan verdubbelen, en dus 20 euro per aandeel winst maakt, dan zal het aandeel zeker en vast ook verdubbelen. Wat vandaag goedkoop is, kan morgen duur zijn en omgekeerd.

De ideale K/W bestaat niet. Tijdens de economische crisis maakten heel wat bedrijven verlies, het was dus onmogelijk om de K/W te berekenen, de aandelenkoersen zakten natuurlijk wel maar geen enkel aandeel werd voor nul euro verkocht. Ook een winstdaling hoeft niet altijd te leiden tot het dalen van de beurskoers. Bij cyclische bedrijven is het normaal dat de winst af en toe eens zakt. Bij fundamentele analyse is het dan ook belangrijk om te kunnen inschatten wat het bedrijf doet. Hierover later meer.

De Koers/Boekwaarde

Een balans van een bedrijf is net zoals de resultatenrekening dagelijkse kost voor iedere belegger. In het begin zijn dit allemaal nietszeggende cijfertjes, getallen die je moeilijk kan inschatten. Voor de aandeelhouder is de afdeling "eigen vermogen" van tel. Dit is al het kapitaal dat ooit door aandeelhouders in het bedrijf is geïnvesteerd alsook al de overgedragen winst of verliezen uit vorige jaren.  Bij ons bedrijf Hofman en Co komt dit neer op 15 miljoen euro. Om dan de boekwaarde per aandeel te krijgen deel je dit bedrag door het aantal uitstaande aandelen, we komen zo op 15 euro per aandeel. Indien het bedrijf al zijn activa(gebouwen, meubels en producten) verkoopt en al zijn schulden afbetaald dan blijft de boekwaarde in theorie over. Indien het bedrijf dus de boeken dicht doet zal je als aandeelhouder die 15 euro krijgen. Stel dat we inderdaad hadden gekocht aan die 100 euro dan hadden we maar liefst 6 keer de boekwaarde betaald. Dit is heel erg veel. De regel hierbij is meestal dat bedrijven die zeer defensief zijn van karakter, en dus zelfs in de meest erge economische omstandigheden winst kunnen maken, altijd ver boven de boekwaarde noteren. Bedrijven die immers verlies maken zien de boekwaarde iedere dag dalen. Ten tijde van een slecht economisch klimaat is de boekwaarde interessant om naar te kijken. Het vormt een soort van kussen onder de koers.

Enterprise Value/EBITDA

Tijd voor wat termen. De EBITDA staat voor de inkomsten voor intresten, taksen en afschrijvingen. Ieder bedrijf maakt schulden en moet belastingen betalen. Toch behoort dit niet tot de vaste kosten van een bedrijfsproces. Stel dat je een bedrijf overneemt en daarna alle schulden wegsaneert, hoeveel hou je dan over. Dit is de EBIT. Ons bedrijf Hofman en Co neemt een concurrent over omdat we toch voldoende cash hebben. Onze concurrent heeft een nettowinst van 500.000 euro en betaald ieder jaar 50.000 euro intresten af. Wij hebben voldoende cash om al deze leningen terug te betalen, hierdoor stijgt de nettowinst haast automatisch met 50.000 euro, 10 % meer winst. Ook taksen kunnen over de landsgrenzen heen verschillen.
Afschrijvingen is een boekhoudkundig principe. Indien je een activa koopt zal je dat ieder jaar een stukje afkorten tot deze activa op nul staat in de balans, dit afschrijven gaat via de nettowinst af van de passiefzijde van de balans. Indien dit Chinees klinkt, geen probleem. Je koopt een wagen, voor stel nu 50.000 euro. Je betaald dit met cash en daarmee is de kous af. Deze wagen staat nu op jouw balans, maar als je die wagen zou willen verkopen zal je na één jaar er geen 50.000 euro meer voor krijgen. Deze wagen moet dus van de balans verdwijnen of alvast zijn waarde zien verminderen. Daarom schrijven we elk jaar 10.000 euro af tot na vijf jaar de wagen boekhoudkundig niets meer waard is.
Dit gebeurd ook met gebouwen en machines, de praktijk leert echter dat deze altijd wat waarde overhouden. Bedrijven die veel nieuwe fabrieken bouwen moeten veel afbetalen, dit weegt op hun nettowinst terwijl deze fabrieken net veel economische waarde en potentieel verantwoorden. Daarom dat analisten de termen EBIT en EBITDA vaak gebruiken in plaats van de nettowinst. Omdat de EBIT of EBITDA niet rechtstreeks toebehoort aan de aandeelhouder, aangezien de belastingen en intresten wel moeten worden betaald, worden deze twee termen gebruikt in het berekenen van de totale waarde van de onderneming.
De waarde van een onderneming is hetgeen men wilt betalen voor het bedrijf, de kapitalisatie dus. Dat wordt eenvoudig berekent met de koers maal het aantal uitstaande aandelen te doen. Wij hebben 1 miljoen aandelen aan 100 euro, of 100 miljoen euro om Hofman en Co over te nemen. Indien we als bedrijf geen schulden zouden hebben was de enterprise value ook 100 miljoen euro. Stel nu dat we 10 miljoen euro schulden hebben. Deze schulden moeten ook na een overname worden betaald, de overnemer betaald dus 110 miljoen voor ons bedrijf.
Onze nettowinst was 10 miljoen, onze EBIT is echter 11 miljoen en onze EBITDA is maar liefst 15 miljoen euro. De overnemer betaald dus 10 keer de nettowinst, 9 keer de EBIT en 6 keer de EBITDA. In theorie heeft de investering zichzelf terugverdiend op 6 jaar. Of bijna dubbel zo snel dan als je rekent met de K/W.

Dividend

De koe voor de melk, de kip voor de eieren en het aandeel voor het dividend. Een bedrijf kan besluiten om geld te geven aan zijn aandeelhouder. Meestal komt dit vanuit de winst per aandeel. Dit is de pay out ratio, hoeveel % van de winst wordt er uitgekeerd aan de aandeelhouder. Het dividendrendement is het dividend delen door de koers. Globaal gezien liggen de dividendrendementen rond de 3%. Alles boven de 5% wordt gezien als zeer aangenaam en zelfs hoog. Bij dividend ligt de nadruk altijd op de duurzaamheid van het dividend. Banken betaalden jarenlang mooie dividenden, tot ze plots geen winst meer maakten en hun dividend schrapten.

Conclusie

De fundamentele analyse vertrekt vanuit de cijfers, de jaarverslagen van het bedrijf. Het resultaat zijn echter getallen, verhoudingen die slechts indicaties geven. Er is nog altijd nood aan gezond verstand om deze verhoudingen te analyseren. Daarom is oefening de beste manier. Indien er interesse naar is kunnen we hier samen eens een paar bedrijven analyseren. Bij voorkeur bedrijven uit verschillende sectoren. Daarom misschien een opdracht, zoek een bedrijf dat je kent en zoek daarvan een jaarrekening op. Haal de nettowinst, de EBIT en de bedrijfscashflow uit de winstrekening, zoek de hoeveelheid cash en de schulden en het aantal uitstaande aandelen.  
Read more ...