donderdag 19 juli 2012

De belegging van het jaar? De Leterme bon!


Staatsbon haalt mooi rendement

Een obligatie is een beetje zoals een aandeel. Een heel klein beetje maar. Obligaties geven een dividend dat vaststaat, de rente wordt bepaald aan het begin en veranderd niet. Dat waar een dividend ieder jaar anders kan zijn. Maar zowel een aandeel als een obligatie noteren op de beurs, en zijn dus verhandelbaar na aankoop. Iets dat te koop staat heeft altijd een prijs. Waarbij een aandeel zijn prijs geen maximum en geen minimum heeft is dat bij een obligatie anders. Als je een obligatie koopt voor 100 euro dan krijg je normaal gezien op vervaldag die 100 euro altijd terug. In theorie zou dit de minimumwaarde moeten zijn. Echter op de beurs noteren obligaties boven en onder die terugbetalingwaarde. Hier zit een proces achter dat verband houdt met de rente en het bedrijf achter de obligatie. Als de rente stijgt dan daalt de waarde van de obligatie. Omgekeerd, als de rente daalt dan stijgt de waarde van een obligatie. Dit is natuurlijk een veralgemening.

Meerwaarde op de staatsbon

In november kon u een staatsbon kopen, een obligatie uitgegeven door de overheid, aan degelijke voorwaarde. Dat wilt zeggen, de aangeboden rente was hoog. Een hoge rente betekent dat u per rentebetaling een mooi bedrag krijgt. Maar het betekent ook dat de obligatie aantrekkelijk wordt indien de marktrente daalt. Immers u krijgt 4% alwaar de markt op dit moment 2% biedt. Mensen gaan dus u obligatie willen kopen, hierdoor stijgt de waarde van uw obligatie. Dit is gebeurd de afgelopen maanden. De ECB verlaagt de rente en ook spaarboekjes brengen niets meer op waardoor mensen gaan kijken naar de obligatiemarkten voor rendement. Men koopt dan die obligaties die een hoger rendement bieden. Zoals de staatbon uitgegeven in november. Omdat de vraag naar de obligatie stijgt en omdat de marktrente daalt zal de obligatie duurder worden.
Een obligatie die duurder wordt gaat afwijken van zijn terugbetalingwaarde. Stel dat die 1.000 euro was dan zal een obligatie die stijgt in waarde op de beurs 1.100 euro waard zijn. Indien de aangeboden interest 50 euro bedraagt, dus 5% op de nominale waarde, dan zal je nog altijd 50 euro krijgen maar op je aankoopbedrag is dit slechts 4,5%. Indien de markt rente zoals nu daalt tot rond de 2,5% op lange termijn heb je een idee waar een obligatie van 5% kan uitkomen op termijn van waarde.

België is veilig. Superveilig

Het stond onlangs in alle kranten, België krijgt geld om geld te mogen lenen. Bij nieuwe veilingen betaald België een enorm lage rente, dit betekent dat automatisch de oude obligatie die noteren op de secundaire markt richting deze rente gaan toegroeien. Op dit moment staan de meeste obligaties sinds november op een serieuze winst. Dit wilt zeggen, de waarde is enorm gestegen omdat men Belgie als een veilig land is geen beschouwen. Indien je u obligatie niet verkoopt heb je hieraan geen voordeel. Dus stelt zich de vraag, is het interessant om vandaag die obligaties te verkopen op de secundaire markt?
Het antwoord is niet eenvoudig. Om te beginnen, als je 10% of meer winst hebt op een veilig beleggingsmiddel als een obligatie is dat een prestatie die je best vastklikt. Want kan het nog hoger? De rente kan dus zelfs negatief worden dus ja theoretisch kunnen we nog hoger. Echter de reden van de stijging is dat mensen wegvluchten uit Spanje en Italië. In die zin zou een redding van de Eurozone negatief kunnen zijn voor je winsten op de staatsbon. Anderzijds als Di Rupo zijn begroting eens ontspoort kan je obligatie ook zijn winsten verliezen. Beide zaken zijn echter niet voor meteen. Als je vandaag je staatsbon verkoopt moet je rekening houden met het simpele feit: wat dan? Waarheen met het geld? Plus je betaald altijd kosten bij verkoop op secundaire markten. Dat gaat tot ongeveer 1% van de totale waarde.

Als je een actieve belegger bent en je durft na de veilige staatsbon de uitstap te nemen richting aandelen of bedrijfsobligaties dan is nu uistappen een ideaal moment. Hou je van veiligheid en rust dan blijf je beter zitten.
Read more ...

zaterdag 14 juli 2012

Het spaarboekje: Nieuwe regels getrouwheidspremie



De noeste spaarders

Belgen zijn al jaar en dag noeste spaarders. Doorheen de jaren heen hebben ze 220 miljard euro bij elkaar geschraapt  en dit geparkeerd op een spaarboekje. Een spaarboekje is het allersimpelste van de beleggingsproducten. Het heeft een vrije looptijd, het geld is altijd beschikbaar en dankzij de overheidsgarantie is het superveilig. Maar toch heeft het spaarboekje ook zijn nadelen. Het allergrootste nadeel is natuurlijk dat het weinig opbrengt. De flexibiliteit en de veiligheid zorgen ervoor dat banken niet bepaald vrijgevig zijn in de aangeboden rente. De spaarrente ligt op dit moment historisch laag bij de grootbanken, die toch nog altijd goed zijn voor ¾ van de spaarmarkt. In normale situaties is de geboden rente lager dan de inflatie waardoor de term verliesboekje is ontstaan. Bepaalde prijsbrekers proberen wel een hogere rente aan te bieden maar de  meeste spaarders zijn trouw aan hun bank waardoor ze jaar na jaar hun geld zien ontwaarden. Met de recente renteverlaging van de ECB is de verwachting dat de basisrente niet meer boven de 1% per jaar komt piepen. Maar de echte Belg laat dit niet aan zijn hart komen en spaart duchtig voort.
Het spaarboekje

Voor de Belgische banken is dit een zegen. Zoals al meermaals aangehaald leent een bank geld van de spaarders om het te ontlenen aan klanten die willen investeren. Een spaarboekje is dus een goedkope manier van de banken om aan geld te geraken. Echter een spaarboekje is meestal voor korte termijn. Het is een wachtrekening in de meeste gevallen. Het is geld dat je later wilt uitgeven, aan een dure reis of nieuwe wagen, of geld dat je voor lange termijn wilt sparen maar nu nog eventjes niet. Echter met de crisis hebben veel Belgen de deur richting beleggen dichtgetrokken waardoor het geld op de spaarboekjes blijft rusten. Dit is positief voor de banken. Plots hebben ze een goedkope bron geld voor zich op lange termijn te financieren.

De trouwe Belg

Vroeger, toen beleggen nog leuk was, hadden banken nood aan andere mechanismen om spaarders te blijven verleiden. Hierdoor heeft men de getrouwheidspremie in het leven geroepen. Die extra interest is pas verworven indien je geld langer dan 12 maand op de rekening staat. Zo wordt de spaarrekening plots een termijnrekening. Een bank biedt dan meestal volgende tarieven aan: 1%+ 0,5%. Die 1% is verworven vanaf dag één, dat is de basisrente. Op één jaar tijd krijg je 1% interest. Staat je geld er 11 maand op dan krijg je 11/12 van die geboden interest. Getrouwheidspremie werkt anders. Staat je geld er slechts 11 maand op dan krijg je die getrouwheidspremie niet. Veel mensen worden gelokt met die hoge getrouwheidspremie maar verliezen net die extra interest omdat ze niet bijhouden wanneer die verworven is.
Wat ook bijzonder is aan de getrouwheidspremie is de dag waarop de banken deze uitbetalen. De interest van de spaarrekeningen wordt normaal eind december of begin januari op de rekening geplaatst. Spaar je 15 december geld dan krijg je 31 december reeds rente. Echt de getrouwheidspremie is pas verworven het jaar erna 15 december dus die rente krijg je pas op 31 december van het volgende jaar. Spaar je geld in januari dan krijg je die getrouwheidspremie niet in december van dat jaar maar december nog eens een jaar erna. Op dat moment staat je geld reeds 23 maand te wachten op de rekening.

De nieuwe wetgeving omtrent de getrouwheidspremie

De getrouwheidspremie is niet afgeschaft, terecht. Belgen zijn van nature trouw aan hun bank tenzij er crisis uitbreekt. Dus een getrouwheidspremie is niet echt nodig of nuttig om banken op lange termijn zekerheid te geven. Een getrouwheidspremie heeft wel als nut dat slapend geld beloond wordt. Veel mensen laten hun spaargeld bijna eeuwig op hun spaarrekening staan, de getrouwheidspremie beloond deze mensen. Ondanks wat Test-Aankoop dus zegt is de getrouwheidspremie best nuttig. Ja ze is ingewikkeld maar voor net die mensen die weinig of niet met hun geld bezig zijn is de getrouwheidspremie een handig manier om door net niets te doen toch een extra rendement te behalen.
De nieuwe regel houdt in dat de premie om het kwartaal wordt uitbetaald. Concreet, je spaart op 1 januari dan krijg je het jaar erop in maart reeds je premie alwaar je anders tot in december moest wachten. Dat verkort de wachttijd al snel met  enkele maanden.


Sparen loont?

Het shoppen met je spaargeld blijft een omslachtige bezigheid die vaak slechts een halve percent extra rendement oplevert. Blijf waar je bent is dan ook het beste spaaradvies. Indien je niet wilt bezig zijn met geld, parkeer het op een spaarrekening. Liefst een online omdat die net meer opbrengt. Dankzij de nieuwe regels zal je trouwheid enkele maanden sneller beloond worden. Ben je wel actief bezig met geld probeer dan je spaargeld aan het werk te zetten door het aankopen van obligaties of termijnrekeningen.
Read more ...

maandag 9 juli 2012

De renteverlaging van de ECB: De gevolgen voor uw portefeuille

Wat is de Europese Centrale Bank?

Die rare Italiaan met zijn brilletje en zijn omfloerst taalgebruik die de media domineert de afgelopen dagen is één van de aller-machtigste mensen ter wereld. De reden? Mario Draghi controleert de bank der banken voor de tweede munt ter wereld. Een centrale bank heeft twee taken: het monetaire beleid en bank der banken. Dat monetaire beleid is letterlijk het creëren van geld. De manieren waarop dit kan gebeuren is voer voor een later artikel, dat bank van de banken spelen staat vandaag in de spotlights.
Banken hebben zoals al eerder gezien een balans met daarop activa en passiva. Als een bank heel veel spaargeld ophaalt dan heeft een bank veel cash. Iedere bank heeft als doel om dit geld te laten rollen en renderen waardoor het dit geld zal uitlenen. Meestal aan particulieren, ondernemingen of overheden. En aan andere banken maar dus ook aan de centrale bank. Dit is echter slechts een klein deel van de activiteiten. De centrale bank wordt vooral gebruikt om geld van te lenen. Banken halen op verschillende manieren geld op. Bij spaarders, bij aandeelhouders en bij elkaar maar dus ook van de Centrale Bank. Dit is logisch aangezien de centrale bank in theorie geen tekort aan geld kan hebben.
De centrale bank voor de Euromunt is dus de Europese Centrale Bank onder leiding van Mario Draghi en de nationale gouverneurs. Hun rol als bank der banken spelen ze via de rente.

De Europese rente: 0,75%

De basisrente is gezakt van 1% naar 0,75%. Om het eenvoudig te stellen kunnen banken nu goedkoper geld ontlenen van de ECB. De rente bestaat in feite niet en dit is dan ook een vereenvoudiging. Er zijn verscheidene soorten rente. Maar in de praktijk zweven al de andere rentes rondom deze basisrente. Deze verlaging heeft dan ook positieve gevolgen voor de banken op allerlei vlakken. Een bank haalt het merendeel van zijn winst uit het verschil tussen de betaalde rente en de ontvangen rente. Echter een bank moet eerst geld hebben of mogelijkheden hebben om aan geld te geraken. De ECB leent normaal gezien geen geld uit op de lange termijn, de laatste maanden heeft de ECB in grote uitzonderlijkheid dit wel gedaan maar de regel is dat de basisrente slechts geld voor een beperkte termijn en een beperkt bedrag. Banken gaan dus nooit geld lenen bij de ECB om dan een hypotheek op twintig jaar af te sluiten met een klant.

Wat is het gevolg van deze ingreep dan?

Banken hebben permanent een te kort aan geld. Omdat leningen de neiging hebben om lang te duren en deposito's eerder korte termijn zijn is er vaak een verschil tussen beschikbaar geld en benodigd geld. Niet omdat activa en passiva niet in evenwicht zijn maar omdat een deel van de passiva vast staat. Een bank kan alleen maar 'cash' geld uitlenen aan klanten. Een bank kan dus voldoende eigen vermogen, deposito's of andere passiva ter beschikkin hebben maar als dit allemaal vast staat in langlopende activa kan een bank geen nieuw beleid voeren. Nieuwe klanten moeten dan geweigerd worden. In dit geval haalt een bank geld op bij centrale banken. Men geeft dan een deel van de illiquide activa aan de ECB, zoals een overheidsobligatie, en in ruil krijgt de bank geld. Dit geld kan de bank dan weer uitlenen. Het spreekt voor zich dat hoe goedkoper de bank dit geld kan krijgen hoe goedkoper het kan uitlenen aan zijn klant. Dus een renteverlaging zorgt er potentieel voor dat de kosten voor de ontlener dalen. Maar het is slechts een deel van het verhaal.

De deposito rente

Banken halen geld op bij de ECB en willen dit dan aan het werk zetten. Geld aan het werk zetten betekent voor een bank altijd risico's nemen. Een klant kan failliet gaan, een bedrijf in gebreken en tegenwoordig zelfs een land kan bankroet gaan. Om maar te zwijgen aan geld uitlenen aan andere banken. Al deze zaken dragen voor banken een risico maar ze moeten toch elders naartoe met hun geld. Heel vaak parkeerden de banken dit geld bij de ECB. Hiervoor betaalde de ECB hun een vergoeding, deze rente lag normaal 1% onder de rente waaraan banken kunnen ontlenen bij de ECB. Dus de banken kunnen lenen aan 4% bij de ECB en het dan weer deponeren bij de ECB voor 3%. Hetgeen altijd veiliger is dan uitlenen maar dus een verlies inhoudt. Gek genoeg deden banken dit de laatste tijd. Niet zozeer met het geld dat ze ophaalden bij de ECB maar geld dat ze bijvoorbeeld met spaarboekjes ophalen. Omdat de ECB op dit moment vooral wilt dat banken meer geld uitlenen aan de economie, vandaar ook de renteverlaging, heeft ze beslist dat de deposito rente naar nul gaat. Willen banken hun geld aan het werk zetten dan moeten ze het uitlenen aan iets anders dan de ECB.

De wereld op zijn kop

Normaal zouden de ingrepen van de ECB de economie ondersteunen. Banken die geld opnemen en het weer uitlenen zorgt voor de creatie van investeringen. Echter we zien tegenwoordig andere feiten. Toen de ECB op lange termijn leningen uitschreef begin dit jaar(de LTRO) beschikten de banken plots over heel erg veel geld aan heel weinig rente. De hoop is dat ze dit uitleende aan de industrie maar wat bleek nu, de banken kochten hiermee staatsobligaties. Men kocht die obligaties waarbij de rente toen nog hoog was, zoals de Spaanse obligaties. Hierdoor kregen die landen een boost want de aankoop van obligaties doet de rente dalen. De ingreep van vandaag heeft echter een ander effect. Banken kopen nu obligaties van veilige landen. Dit geeft als situatie dat bepaalde landen geld krijgen om geld te lenen en andere landen te veel rente moeten betalen en niet meer kunnen lenen. De ingreep van de ECB, goedbedoeld als ze was, heeft vooral als gevolg dat de sterke landen sterker worden en de zwakkere zwakker.

Wat nu?

Het financieel beleid, de bank der bankenrol van de ECB, zit op zijn tandvlees. Nog meer kredieten verschaffen, de rente nog meer laten zakken, nog minder depositorente bieden en zo verder lijkt niet meer te kunnen helpen om de economie te reanimeren. Nu kijken veel economen en waarnemers naar de andere beleidstak van de ECB: de monetaire. Vraag is of de ECB deze weg op gaat gaan en of dit effect zal hebben.
Read more ...

donderdag 5 juli 2012

LIBOR: Het verhaal achter het schandaal


 Wat is de LIBOR?

Voluit staat deze lettersoep voor London Interbank Offered Rate hetgeen we kunnen vertalen als de Londense rente tussen de banken. Plots is het wel heel duidelijk wat dit is. Banken lenen geld van elkaar en betalen hiervoor een rente. Het is altijd handig om te weten hoeveel rente de banken elkaar aanrekenen. Het zegt iets over het vertrouwen, over de kosten om te lenen en zoveel meer. Omdat één bank nooit representatief is heeft men een panel van banken in het leven geroepen. In totaal 16 banken geven iedere dag opnieuw door hoeveel interest ze moeten betalen op hun leningen. Dit gaat om leningen van één dag tot maximaal één jaar. Al de banken geven hun rente door en dan berekent Thomson Reuters hiermee de LIBOR. Ze doen dit door de vier hoogste en de vier laagste rentes te negeren en het gemiddelde van de rest te nemen. Dit publiceren ze iedere dag om elf uur Engelse tijd.
De LIBOR bestaat dus niet, er is een LIBOR per munt en per looptijd. 

Wat doet de LIBOR?

Banken halen normaal hun geld op bij spaarders, maar een bank heeft ook nood aan andere manieren van financieren. Vaak gaat dit om de korte termijn. Stel dat Bank A zijn rente op de spaarboekjes verlaagt en men dus ziet dat mensen geld afhaalt  dan kan deze bank niet snel alle uitstaande leningen gaan schrappen. De bank ziet dus zijn passiva kant van de balans een beetje dalen terwijl zijn activa gelijk blijft. De bank heeft dus nood aan een nieuwe bron van krediet en deze vinden ze bij elkaar op de interbankenmarkt.  De rente die een bank hierop betaald is dus belangrijk omdat dit een kost vormt voor de bank. Als een bank kan lenen van een andere bank aan 4% dan zal de bank geen lening geven aan een bedrijf of een particulier onder de 4%. Heel veel effecten bewegen dan ook mee met de LIBOR. Als de LIBOR stijgt dan stijgt de rente op deze effecten. De meeste particulieren lenen met een vaste rentevoet maar veel bedrijven halen geld op met als tarief de LIBOR plus een bepaald percentage. De bewegingen van de LIBOR zijn dan ook cruciaal voor deze bedrijven en allerlei andere afgeleide producten.

Wat ging er fout?

Het zijn banken die de LIBOR bepalen. Zij geven aan de berekenbaar door hoeveel rente ze betalen. De mensen van Barclays bellen iedere dag naar de mensen van Reuters met hun intrest, Reuters zelf heeft geen enkele mogelijkheid om deze informatie te controleren. Immers je buurman weet ook niet hoeveel rente je betaald. De traders, het zijn marktenzalen van de bank zelf die op de interbankenmarkt de leningen afsluiten, kunnen dus wat foefelen met de cijfers. Stel dat ze geleend hadden op drie maand aan 3,9% en men geeft door dat het ging om 3,7% dan zal daar geen haan om kraaien. Als iedere bank systematisch een halve percent liegt dan geeft de LIBOR geen correct beeld.

Waarom deed men dat?



Zoals al eens eerder uitgelegd is de gevraagde interest een berekening van allerlei kleinere interesten. Hierbij zit de inflatie, de winstmarges maar ook de risicopremie. Hoe meer risico de lening draagt hoe hoger de gevraagde intrest. Als de LIBOR piekt op 6% en meer wijst dit op wantrouwen tussen de banken. Als Barclays merkt dat ze veel interest moet betalen op zijn leningen, ongeacht de reden, is de kans groot dat dit mensen angstig maakt. Andere banken houden nauwlettend in het oog of de tegenpartij wel solvabel blijft. Een hoge rente kan wijzen op insolvabiliteit en dus problemen. Vanuit de bank zelf is er dus een zekere wil om altijd een lagere rente door te geven. Maar ook de overheid heeft hier schuld aan. De LIBOR drukt vertrouwen uit maar ook kansen. Bij een lage LIBOR zullen banken meer geneigd zijn om leningen uit te schrijven, immers de bank kan redelijk goedkoop de fondsen hiervoor verzamelen. Ook bedrijven die hun rente laten afhangen van de LIBOR zouden meer ademruimte krijgen bij een lage LIBOR. Zonder hier voor rechter te willen spelen, de kans dat de overheid druk heeft uitgeoefend op Barclays en andere banken om de gemelde rente zo laag mogelijk te houden is bestaande.


De LIBOR in werking 

  In de grafiek hiernaast staan al de banken die deel uitmaken van het panel. Ze hebben hier doorgegeven hoeveel interest ze moeten betalen op 3 maand om te lenen in dollar. De vier bovenste banken betalen het meest en worden genegeerd. De banken die het minst betalen worden ook genegeerd. Men berekent dan het gemiddelde met de overige 8 banken. In dit geval komt men dan uit op 2,7159%. Dit is dan ook de LIBOR die men publiceert om elf uur.



Read more ...

woensdag 4 juli 2012

Suez Environnement: Het blauwe goud




Het is niet al goud dat blinkt

Het Franse bedrijf, die nog altijd  gedeeltelijk in handen is van zijn oude moeder GDF Suez, is actief in twee sectoren: het zuiveren van water en het recycleren van afval. Het zijn twee activiteiten met elk een eigen dynamiek. Laat ons beginnen met de divisie die echt interessant is. Het maken van dat blauwe goud. Water is een strikt gereglementeerde sector waarbij de overheid een belangrijke rol speelt. Het bedrijf is actief in twee belangrijke landen namelijk Spanje en Frankrijk. Dat Spanje in crisis is zorgt voor veel kopzorgen bij de bedrijven maar niet bij Suez Environnement. Het Spaanse filiaal, Agbar genaamd, blijft groeien als kool. De reden is dat veel van de contracten voor de lange termijn worden afgesproken met de overheid. En water drinken en vervuilen doen mensen altijd. Koppel dit aan het gegeven dat Spanje een achterstand heeft en het bedrijf heeft een mooie toekomst. Frankrijk is een ander verhaal, daar is er een sterke competitie en is de waternood minder acuut maar ook hier geldt de stelregel dat water een veilige business is.
Maar omdat een veilige haven alleen niet voldoende is vaart hun schip ook richting andere markten dan Spanje en Frankrijk. Zo zijn er bloeiende wateractiviteiten in allerlei landen waar water echt meer waard is dan olie. Niet alleen het Midden-Oosten maar vooral Australië is de groeimarkt voor dit bedrijf. Ze hebben een voorsprong in osmose en bouwen een destillatie-installatie om 30 jaar lang 450,000m³ water te produceren.

Afval stinkt niet altijd

Die andere divisie is meer onderhevig aan de economische cycli. Het ophalen en verbranden van afval werkt vaak met vaste contracten en is minder onderhevig aan fluctuaties maar het recycleren van afval kent wel op en neer bewegingen. De metalen die het bedrijf haalt uit het afval worden verkocht aan prijzen onderhevig aan de markten. Indien het goed gaat zijn deze metalen meer waard en is er ook meer vraag naar afvalverwerking. Ook hier probeert het bedrijft groei te zoeken in nieuwe markten maar het moge duidelijk zijn dat magere economische jaren wegen op de omzet en de winst van deze divisie. En de divisie is nog altijd goed voor 50% van de omzet van Suez Environnement. Het merendeel van de winst komt uit de wateractiviteiten waar de marges hoger liggen. Het bedrijf doet het degelijk en legt al enkele jaren mooie groeicijfers voor, hetgeen ook nodig is aangezien het bedrijf heel wat schulden heeft. Deze schulden zijn, niet alleen, het gevolg van een overnamebeleid of te veel risico's maar gewoon standaard voor dit type bedrijven. Het bouwen van zuivering en recyclage installaties kost handen vol geld. Het bedrijf investeert standaard rond de 1,5 miljard euro per jaar, hetgeen niet veel minder is dan de ongeveer 2 miljard euro operationele cashflow. Investeren is echter positief, ieder nieuw project brengt nieuwe omzet mee.

Risico's brengen risico

Dat investeren kan soms slecht aflopen. Melbourne, het monsterproject dat daadwerkelijk de nodige omzet kan meebrengen voor Suez Environnement, heeft al enkele afschrijvingen achter de rug alvorens men kan gaan oogsten. En als dan ook nog eens de prijzen dalen dan kan de zonneschijn snel verdwijnen achter de wolken. Dus kwam het bedrijf met een update. Suez Environnement heeft de, goede, eigenschap om duidelijk aan te geven wat ze verwachten van het komende jaar. Hoeveel omzetgroei ze willen, hoeveel marge ze willen en zo verder. Maar afgelopen week kwam dan plots de boodschap. De doelstellingen zullen niet gehaald worden. Er wordt voor nog eens 85 miljoen euro afgeschreven op Melbourne en nu ook nog eens 60 miljoen euro op een ander belang in een Italiaans bedrijf. De reden ligt duidelijk bij de economische problemen. De omzet en EBITDA gaan niet groeien in 2012 ten opzichte van 2011 maar stabiliseren voor Suez Environnement.  Die omzetteleurstelling is niet het gevolg van de wateractiviteiten maar de afvalafdeling. Hier ziet men een daling in de volumes van ongeveer 4%, mede hierdoor zal men 100 miljoen euro minder investeren. Toch een duidelijk teken dat men niet al te hoopvol is voor de toekomst.

Het financiële plaatje

Met een stabilisatie van de omzet en de EBITDA noteert het bedrijf aan ongeveer 5,21 keer de Enterprise Value en ongeveer 8,5 keer de winst. Het dividend, dat behouden zal blijven, geeft een rendement van ongeveer 5% netto. Dus qua waardering is op dit moment het bedrijf goedkoop, zelfs zonder groei dit jaar. Als de economische toestand nog achteruitgaat natuurlijk verandert dit plaatje. Op lange termijn echter moet vooral gekeken worden naar de groeimogelijkheden die er echt wel zijn in het watergedeelte alwaar de groei zelfs nu blijft. Dit maakt het bedrijf heel aantrekkelijk voor de lange termijn. Het probleem ligt hem vooral bij de al bij al hoge schulden. Met een verhouding van 3 keer de EBITDA ligt dit op het randje en de groei moet komen van investeringen die ook weer handenvol geld kosten. Vandaar ook het hogere risico bij dit bedrijf. Maar onder en rond de 8 euro is dit aandeel een koopje. Ergens opsluiten in de kast en pas binnen tien jaar nog eens naar kijken.
Read more ...

dinsdag 3 juli 2012

BNP Paribas Fortis: Een Belgische Bank?


Belgisch spaargeld moet Spanje redden?



  
Het stond vandaag in alle kranten, de Belgische bank BNP Paribas Fortis gaat zijn overschot aan spaarcenten gebruiken om Italiaans en Spaans staatspapier te kopen. Dit veroorzaakt wat paniek bij allerlei economen en vooral bij spaarders. Tijd voor een kort woordje uitleg hoe banken nu feitelijk werken en waarom dit niet meteen een ramp hoeft te betekenen voor ons land.
Om te beginnen gaan we er van uit dat BNP Paribas Fortis een zelfstandige bank is, het heeft dus geen bankgroep boven zich staan. Het heeft kantoren in België alwaar mensen, u en ik, geld gaan deponeren. Het geld dat wij sparen bij de Fortis komt terecht op de passiva zijde van de balans van BNP Paribas Fortis. Stel wij alle Belgen tezamen sparen 1.000 euro bij de bank. De balans ziet er dan als volgt uit.

De bank heeft 1.000 euro gekregen en heeft dus 1.000 euro cash staan. Het geld staat op spaarrekeningen, de klanten krijgen dus een rendement van ongeveer 1% per jaar. De bank zelf moet dit geld betalen en wilt dus zijn geld aan het werk zetten. Het zal dus van die 1.000 euro cash een beetje geld aan het werk zetten. Om te beginnen gaan er mensen om een lening vragen. Voor een huis, voor een nieuwe wagen of voor een investering in een bedrijf. De bank gaat dus ons geld uitlenen. Stel dat er voor in totaal 800 euro geld wordt uitgeleend aan Belgische klanten. Die betalen ieder jaar een gemiddelde interest van 5%. De bank maakt op dit moment winst. Het geeft 10 euro intrest ieder jaar aan zijn spaarders en krijgt 40 euro betaalt uit zijn leningen.
Natuurlijk is dit een sterk vereenvoudigde voorstelling van een balans van een bank. Er zijn nog zaken zoals eigen vermogen en leningen tussen andere banken in. Laat ons hiervoor een willekeurige Spaanse bank nemen.

De Spaanse kant van de zaak

Deze Spaanse bank, laat ons ze Bankos noemen, heeft ook spaarders. Het haalt ongeveer 500 euro geld op aan spaargeld bij Spaanse spaarders. Echter de bank heeft in de afgelopen jaren, toen het nog goed ging in Spanje, massaal veel leningen verstrekt aan mensen die een huis wouden kopen. Het heeft op zijn activa kant, alwaar uitgeleend geld terecht komt, 700 euro staan. 
De bank zit dus met een financieringstekort van 200 euro. Dat is simpelweg gezegd het verschil tussen activa en passiva en zoals ieder handboek zegt moet dat verschil normaal nul zijn. De bank moet dus meer geld op zijn passiva kan laden. Wederom maken we abstractie van het eigen vermogen om de dingen niet nodeloos ingewikkeld te maken. De bank moet zelf geld gaan lenen. Het kan natuurlijk een promotieactie houden in de hoop meer spaargeld te vinden maar in de tussentijd zal het moeten aankloppen bij andere banken. Echter zowat iedere andere Spaanse bank zit met hetzelfde probleem, meer geld uitgeleend dan dat er geld gespaard werd. Op dit moment moet Bankos gaan aankloppen bij de Europese Centrale Bank om geld te lenen. Dit is zijn balans.

Goed, stel nu dat zowel Bankos als BNP Paribas Fortis behoren tot dezelfde moedergroep, de BNP Paribas Group. Al de operationele activiteiten opereren afzonderlijk van elkaar. Fortis in België, Bankos in Spanje. Maar uiteindelijk wordt alles geconsolideerd op groepsniveau. De balans van de groep, gesteld dat er geen enkel andere activiteit is, ziet er zo uit.
Meteen valt op hoe logisch het zou zijn dat BNP Paribas Fortis geld zou uitlenen aan Bankos. Het ene heeft 200 euro cash te veel, het andere heeft er te weinig. Hier zit zelfs een industriële logica achter. Fortis moet met zijn cash iets doen en zet het dus bij de ECB op een rekening. Echter dat zelfde ECB leent geld uit aan Bankos, natuurlijk aan een hoger tarief dan Fortis interest krijgt. Beide groepen en dus ook de moedergroep zouden profiteren van deze handeling. Waarom gebeurt dit dan niet en waarom steigeren de economen bij deze ingreep?

De truc met het eigen vermogen

Laat ons eigen vermogen in  het bad trekken. Wederom houden we het simpel. We stellen dat BNP Paribas Fortis een eigen vermogen heeft van 150 euro. Dit betekent dat zijn ratio tussen eigen vermogen en vreemd vermogen gezond is. Vreemd vermogen is al het geld dat je niet hebt gekregen van je aandeelhouders maar van mensen leent. Fortis scoort hierop ongeveer 15%. Laat ons Bankos ook een eigen vermogen geven. Dit ligt op 100 euro. Ongeveer een dekkingsgraad van 8%. Wat betekent dit nu in feite. Om te beginnen veranderen de balansen redelijk duidelijk. Bankos heeft nog maar een financieringstekort van 100 euro alwaar Fortis nu een overschot heeft van 350 euro. Maar wat doet dit eigen vermogen nu in feite? Stel nu, Bankos heeft onder andere geld uitgeleend aan een nu werkloze Carlos die zijn lening van 100 euro niet langer kan terugbetalen. De bank zal hierdoor het huis aanslaan van deze perspoon. Omdat de huizenprijzen zo zijn gezakt kan de bank maximaal 75 euro krijgen voor het huis. De bank slikt dus een verlies van 25 euro op deze lening. De balans van Bankos ziet er plots zo uit.
Er is dus een gat van 25 euro, iemand moet dit verlies nemen. De spaarders natuurlijk niet, die hebben hun geld net in vertrouwen gegeven. Dus de ECB? Nee die ook niet, die zijn namelijk bevoorrecht. Verliezen gaan altijd eerst af van de inbreng van de aandeelhouders. Het eigen vermogen van Bankos zakt dus. Indien er nog 4 mensen in hetzelfde schuitje zitten als Carlos dan heeft de bank geen eigen vermogen meer. Dat betekent dat bij de 5de Carlos een Manuel een deel van zijn spaargeld kan verliezen. Of nee toch niet. Spaarders zijn bevoorrecht en beschermd. De ECB gaat dus verlies moeten nemen. Maar was het plan niet om Fortis geld te laten uitlenen aan Bankos? Was het lijntje met schuldeiser ECB niet aangepast naar schuldeiser BNP Paribas Fortis? Inderdaad. De vijfde Carlos zal impact hebben op Fortis. Die gaan hun lening met 25 euro moeten afschrijven. Dat geld verdwijnt uit het eigen vermogen van Fortis.

Dat de spaarders in België in gevaar komen door dit alles is een overdrijving in die zin dat er dus eerst enkele buffers moeten afgaan. Iedere bank moet volgens de Bazel norm een bepaalde hoeveelheid eigen vermogen hebben ten aanzien van het vreemd vermogen. Dit is deels om de spaarder te beschermen. Maar zoals in ons voorbeeld gezien kan het eigen vermogen als sneeuw voor de zon smelten.  Fortis zijn eigen vermogen is veilig. Om te beginnen maakt de bank dus winst, dat verlies zou eerst van de winst gaan. Pas dan van het eigen vermogen. Omdat wij Belgen nog altijd braaf onze hypothecaire leningen afbetalen heeft Fortis ook betrekkelijk weinig afschrijvingen. Maar indien Fortis geld gaat uitlenen aan Spaanse banken geeft het zichzelf een blootstelling aan meer risico.

Tijd voor een bank run?
We moeten wel niet gaan overdrijven en zeggen dat er Belgisch geld verdwijnt uit ons land. BNP Paribas Fortis is zoals gezegd een dochter van een andere bank. Als er geld verschuift tussen de dochters heeft dit op topniveau geen enkele impact. Als morgen Bankos in gevaar komt zal BNP Paribas Group moeten ingrijpen,  dit zal dus ook een impact hebben op Fortis of we nu willen of niet. De enige manier om ons spaargeld echt veilig te krijgen is om erin te geloven dat Spanje zijn banken kan redden doormiddel van Europees geld. Als het eigen vermogen zakt dan moet de bank een kapitaalsverhoging doen. Na de laatste Europese top is er beslist dat Bankos geld mag putten uit de zakken van het ESFS en EMS om zijn eigen vermogen te beschermen.




Read more ...

maandag 2 juli 2012

Colruyt: Het kan nog zuiniger


Colruyt, de perceptie tegen

 Meer dan een jaar geleden doken de eerste angsten op rondom het bedrijf Colruyt. Deze retailer heeft dankzij een enorme focussen op kosten en de laagste prijs een reputatie opgebouwd die ijzersterk was. Maar ijzersterke reputaties leggen een enorme druk op het management, één foutje wordt genadeloos afgestraft. Kwaliteit heeft zijn prijs. Omdat Colruyt het merendeel van zijn omzet haalt in Belgie en omdat nog meer besparen op kosten onmogelijk leek begonnen de analisten te twijfelen. In dit artikel leest u de argumentatie van toen. Ik besloot toen met te zeggen dat u het aandeel beter wat gerust liet, onder de 30 zou het weer interessant zijn. En zie, een jaar later hebben we koersen van 27 euro gehad en staan we nu weer op 35 euro. Boven het niveau van toen ik het vorige artikel schreef. Mensen die gekocht hebben onder de 30 euro hebben nu al bijna 20% winst. Wat is er nu exact verandert?

De analisten met verstomming geslagen

Om te beginnen, de crisis is nog altijd niet over. Consumenten letten nog altijd op de centjes. En nee de hoge loonkosten in België zijn ook nog niet opgelost. De structurele zwakheden van Colruyt bestaan nog altijd. Alleen die nadelen hebben de andere retailers ook. Carrefour en Delhaize moeten die hoge lonen ook betalen, hebben ook te maken met een besparende consument en zien dus ook af. Alleen Colruyt die ziet minder af dan de rest. De jaarresultaten van het boekjaar dat afsloot op 31 maart 2012 mogen dan ook gezien worden.
Eventjes terug naar de waarderingstheorie. Warren Buffet zei ooit dat hij alleen maar aandelen koopt van bedrijven die werken zoals een middeleeuwse burcht. Gezeten op een belangrijk knooppunt van handelswegen of vruchtbare grond kon een kasteelheer heel wat inkomsten vergaren. Echter hij moest zijn positie ook kunnen verdedigen tegen indringers. Hiervoor bouwde hij enorme kastelen met torens, slotgrachten en valkuilen. Buffet wilt bedrijven die ook een verdedigingsgordel hebben opgetrokken rondom hun bedrijfsactiviteit. Zoals Coca Cola, niemand geraakt tot de kern van dit bedrijf : een speciaal recept en een sterk merk. En zoals Colruyt.

Deze retailers uit België geeft iedereen het nakijken als het gaat om zuinige winkels. Magazijnen als het ware waar de producten u goedkoop toelachen. Investeerders waren zot van dit bedrijf alwaar ieder euro zo vaak wordt omgekeerd dat ze de hoogste winstmarges uit de gehele sector halen. Een bedrijf dus met een specifiek bedrijfsprofiel dat kennelijk niet zomaar te kopiëren valt. Dit resulteerde in hoge waarderingen. Te hoog dacht men eventjes. Die angst bleek onterecht bij de publicatie van de bijna perfecte jaarcijfers. We sommen eerst de gevaren op en dan de reactie van het bedrijf.

Alle zorgen en oplossingen op één rijtje

Gevaar één is het verliezen van klanten. Of klanten die minder geld uitgeven aan hun favoriete producten. Mensen die schrik hebben voor hun job te verliezen of meer belastingen te moeten betalen gaan letten op hun uitgaven. Eerst wordt de plasma tv een beetje kleiner en de reis wat korter maar dan sneuvelen ook de dagelijkse aankopen. Echter het vlees is zwak, men wilt zijn standaard shampoo niet zomaar inruilen voor een anoniem wit product en gaat dus op zoek naar die winkel alwaar de shampoo het goedkoopst is. En die winkel is nog altijd Colruyt in België. Ondanks een prijzenoffensief van Delhaize bleef Colruyt de goedkoopst en wonnen ze dus klanten bij. Dit zorgde voor een groei van de omzet met 6%, wat meer dan behoorlijk is.

Gevaar twee is het verliezen van winst. Om klanten te lokken moet je de goedkoopste zijn. Omdat de meeste supermarkten te maken krijgen met dezelfde leveranciers zijn de prijzen overal in theorie gelijk. Delhaize en Colruyt betalen evenveel aan Unilever voor dat flesje Dove. Het verschil in de kassa moet dus komen uit de zakken van de retailers. Hoe minder kosten die maakt, hoe lager de prijs kan zijn zonder dat dit hoeft te wegen op de marges. In een winkel alwaar zelfs de karretjes geen muntslot hebben en de verlichting ergens hoog boven het magazijn hangt lijken de kansen om kosten te besparen minimaal. Nog minder comfort leek onmogelijk maar onmogelijk staat kennelijk niet in de woordenboek van Colruyt. Ja de marge daalde zegt het bedrijf maar dit komt omdat we hogere afschrijvingen hadden op onze groene stroomprojecten. Het management bewees hiermee nogmaals dat ze hun gelijke niet kennen in zuinigheid.

Gevaar drie is het te veel afhangen van de Belgische consument. Hiervoor is Colruyt minder goed gewapend. De expansie in Frankrijk is er maar zeer beperkt, op bijna 8 miljard euro omzet is minder dan 200 miljoen euro afkomstig uit Franse winkels. Maar het is zoals alles met dit braaf, traag maar gestaag komt men er wel. De expansie in groene stroom moet ook in dit kader worden gezien. Maar met slechts 4 miljoen euro omzet is de weg hier nog zeer lang.

Gevaar vier is de hoge waardering die geen fouten toelaat. Dit hebben we afgelopen maanden gezien, het aandeel zocht lagere regionen op. Colruyt zelf gebruikte dit om eigen aandelen bij te kopen en dit was kennelijk de juiste reflex. Met een winst van 11% op de dag van de resultaten bewees het bedrijf dat het zijn verloren vertrouwen snel kan terugwinnen. Alle angsten van de analisten werden weerlegt en zelfs overtroffen.

 
Conclusie

Voor de toekomst is de opdracht voor Colruyt dan ook duidelijk. Het marktaandeel moet blijven groeien, de omzet moet volgen en de winstmarges mogen niet dalen. Als het bedrijf hierin slaagt zal het aandeel rustig zijn weg omhoog voortzetten. Geen verdubbelingen op korte termijn, maar wel een stabiel aandeel zoals het vroeger was. Maar voor nieuwe aankopen is het te vroeg of eerder te laat. Onder de 30 was het een koopje maar nu zijn de solden voorbij. Het is weer de toestand van een jaar geleden. Colruyt heeft de goedkoopste winkels maar het duurste aandeel.
Read more ...