Nu spaarrekeningen niets meer opbrengen proberen beleggers
extra rendement te halen door obligaties te kopen. Is dit wel zo verstandig?
Obligaties: Wat zijn dat?
Als een bedrijf geld nodig heeft, om bijvoorbeeld een
fabriek te bouwen, kan het obligaties uitgeven. Dit is schuldpapier en dit
papier geeft recht op een coupon. Stel, een virtueel bedrijf genaamd Hofman en
Co, wilt een nieuwe fabriekshal bouwen. Het bedrijf heeft hiervoor 1 miljoen
euro nodig. Het kan dit geld gaan lenen bij de bank, het kan dit geld ook zelf verdienen
of het kan obligaties uitgeven. Het gaat hiermee letterlijk naar de markt,
mensen die geld hebben willen dat wel geven aan dat bedrijf. In ruil krijgen ze
een papier in handen dat zegt dat binnen een termijn, neem nu zes jaar, ze hun
geld terugkrijgen. En ieder jaar krijgen ze een vergoeding, neem nu 5%. Indien
het bedrijf na zes jaar voldoende geld heeft verdiend, betaald het zijn schuld
terug. Indien het bedrijf echter niet voldoende geld heeft kan het failliet
gaan. Obligaties zijn dus niet 100% veilig en gedekt. Indien het bedrijf het faillissement
aanvraagt zijn obligatiehouders bevoorrechte schuldeisers op de aandeelhouders.
Maar ook hier moet men dus niet zomaar alles kopen. Van belang is de cashflow,
hoeveel geld komt er binnen in het bedrijf en is dit voldoende om de schuld
terug te betalen. Hoeveel eigen vermogen is er? Hoeveel activa met waarde staan
er op de balans.
Obligaties: het rendement
Als een bedrijf geld ophaalt zal het jou vergoeden. Maar
hoeveel vergoeding wil je? Om te beginnen wil je altijd minstens de veilige
rente. Dit is de rente op een overheidsobligaties. Waarom? Indien je die koopt
zie je zeker je geld terug. Indien je echt die obligatie van het bedrijf koopt
zie je niet altijd je geld terug. Je neemt dus risico en dat risico moet
vergoed worden. Je eist dus een risicopremie. Je eist ook een premie indien de
looptijd langer is. Voor particulieren heb je dan het brutorendement, hierbij
moet je ook rekening houden met de uitgifte prijs. Indien die hoger is dan de terugbetalingprijs
dan neem je hierop ook een vorm van verlies. Als een bedrijf je 100 euro
terugbetaald maar je heb wel 101 euro moeten betalen om het schuldpapier te
kopen, dan moet je al tenminste één euro goedmaken via de coupon. Hoe langer de
looptijd nog duurt hoe meer kans dat de coupon dit aankoopverlies nog goed
maakt zoals in het voorbeeld.
Obligaties: het motief
Een obligatie koop je om twee redenen. Je koopt het om je
geld 5 jaar vast te zetten. Je koopt dus primaire obligaties, die worden uitgegeven
door het bedrijf en na de vervaldag betaald het bedrijf je terug. Ieder jaar
krijg je de rente en verder kijk je er niet naar om.
De tweede rede is dat je de obligatie koopt omdat je het
geld de komende twee jaar niet nodig hebt, alleen de obligatie heeft een
langere looptijd. Dit doe je omdat bijvoorbeeld die op vijf jaar een hoger
rendement bieden dan die op twee jaar. Je gaat de obligatie dus verkopen op de
markt. Die markt werkt net als een aandelenmarkt. Met vragers en aanbieders.
De prijs die je betaalt wordt altijd uitgedrukt in
percenten. Een prijs van 100% betekent dat je koopt aan dat bedrag dat je ook
gaat terugkrijgen op vervaldag. Een prijs van 110% betekent dat je meer
geeft(10%) dan hetgeen je terugkrijgt op de vervaldag. Een prijs van 90%
betekent dat je meer op de vervaldag gaat terugkrijgen. Die 100% krijg je dus
altijd op vervaldag maar ook alleen op die vervaldag. Op de markten noteren
obligaties altijd rond die 100%. Indien je dus de obligaties verkoopt kan je
winst en verlies maken.
Obligaties: de prijs
Hoe komt het dat die prijs zo kan afwijken? Terug naar het
rendement. De veilige rente is 2%, het bedrijf heeft een AAA rating dus je eist
slechts 0,5% risicopremie. De looptijd is 5 jaar waardoor je nog eens 0,5%
extra rendement eist. Indien het bedrijf de obligatie uitgeeft aan 100% op de
primaire markt dan zal je met een coupon van 3% tevreden zijn. Je krijgt dan na
vijf jaar vijfmaal 3% plus één maal 100%. Je hebt ooit 100% betaald dus je rendement
is 5 maal 3% oftewel 15%.
Stel nu, dat de rente op overheidspapier daalt. Naar 1%.
Iemand die dan de keuze moet maken tussen overheidspapier zonder risico of jouw
papier met weinig risico beseft dat hij met jouw papier veel meer rendement
gaat kunnen maken. Echter hij heeft jouw papier niet, jij hebt het. Met zijn
overheidspapier zal hij na vijf jaar 1,5%
jaarlijks rendement behalen(de looptijd speelt ook een rol bij
overheidspapier,de risicopremie is er niet). Jij haalt zoals gezegd 3%
jaarlijks rendement. Dat verschil is hoger dan de risicopremie(0,5%) omdat de
rentesituatie is veranderd. Normaal gezien gebeurd zoiets niet direct, daar
gaat tijd over. Neem nu dat we één jaar na de aankoop zijn van jouw papier. Je
hebt dus al eens 3% rente gekregen. Die persoon echter komt nu aanbellen en
zegt dat hij jouw papier wilt kopen. Hij is tevreden met 2%(zijn veilige rente
plus de risicopremie) dus hij gaat jou meer bieden dan jij betaald hebt voor
dat papier. Hij gaat zijn rendement berekenen.
Dit vereist wat rekenwerk en een formule. Wat je weet is de intrestbetaling, de coupon,
en de terugbetalingwaarde, 100%. Je weet ook hoeveel rendement je wilt, 2% in
zijn geval. Je weet niet hoeveel je wilt betalen voor de obligatie. Dat speelt
dubbel, alles wat je meer betaalt krijg je niet terug op vervaldag, maar alles
wat je meer betaalt weeg ook op je rendement. Een meerbetaling van 1% haalt op
vijf jaar je rendement 0,2% naar beneden(1%/5). Zijn looptijd is nog maar 4
jaar, er is namelijk al een coupon betaalt. Als hij dus 1% meer betaalt dan
zakt zijn rendement met 0,25%(1%/4).
Er zijn dus twee hefbomen bezig. Enerzijds moeten de coupons
een verlies ophalen, anderzijds daalt het rendement van de coupon. Ook al
blijft deze coupon in euro’s gelijk. Ik zeg dit maar om de theorie te snappen,
in feite moet je gewoon alles invullen in volgend model.
P is de waarde van de obligatie
C is de coupon
i is de intrest die je wenst
M is het bedrag dat je krijgt op vervaldag
N is het aantal termijnen dat je nog coupon krijgt
Hier zit dus alles in. De P zoeken we, de C weten we. Die is
3% of dus 3 euro. De intrest die je winst is 2% op jaarbasis. M weten we ook,
je krijgt 100% terug op vervaldag of 100 euro. En het aantal termijn, N, is
vier. Vul alles in en je kent de waarde. Deze komt uit op 103,8%. Dat wilt dus
zeggen dat je 103,8 euro gaat betalen, 100 euro gaat terugkrijgen en ieder jaar
3 euro intrest.
Simpel gesteld, als de rente daalt op veilig papier dan
stijgt de waarde van alle nog lopende obligaties. Indien ook de risicopremie
daalt, omdat het bedrijf veiliger wordt bijvoorbeeld, stijgt ook de waarde van
de obligatie. Indien je koopt op de primaire markt met de bedoeling om op de
secundaire markt te verkopen kan je hierop inspelen. Echter het speelt ook
omgekeerd.
Obligatie: de risico’s
Nieuwe uitgiftes van obligaties gaan altijd rekening houden
met de huidige risicovrije rente. Ze gaan dus altijd een lager rendement
aanbieden. Recent gaf AB Inbev een obligatie uit die niet veel meer opbracht
dan een staatsbon met dezelfde looptijd. Er bestaan al obligaties die geen
positief rendement meer behalen. Met andere woorden mensen die vandaag
obligaties kopen zowel primair als secundair stellen zich bloot aan een risico,
namelijk een rentestijging. Indien de rente stijgt dan daalt de obligatie in
waarde. Indien je dus vandaag een obligatie koopt die 2% rendement geeft, exact
de risicovrije rente, en die risicovrije rente stijgt naar 3% dan gaat je
obligatie dalen. Dat is geen probleem indien je ze bijhoudt tot vervaldag, dan
krijg je altijd 100%. Maar indien je vroeger moet verkopen kan je jou verlies
doen.
Omgekeerd, je koopt vandaag een obligatie aan 110% van de
waarde. Je doet dit omdat deze nog altijd een positieve rente geeft indien je
ze bijhoudt tot vervaldag. Als echter de rente gaat stijgen dan zal jouw
obligatie in waarde dalen. Indien je ze niet verkoopt geen probleem, je zal nog
altijd je rendement behalen. Echter je rendement zal lager zijn dan had je op
dat moment een nieuwe obligatie gekocht.
Simpel gesteld, men moet obligaties kopen als de rente hoog
is en men moet ze verkopen als de rente laag is. Wat zien we echter? Het
omgekeerde!
De Belg spaart verkeert
In 2012 heeft de Belg volop geld gestopt in obligaties van bedrijven als CFE, Kinepolis, AB Inbev, Omega Pharma, Delhaize, ... . Al die obligaties hebben een looptijd van vijf jaar en meer. De
obligaties zijn uitgegeven in een periode van lage rentes. Het maakt niet uit
of je obligatie weinig of veel rente geeft op moment van uitgifte. Dit is het
gevolg van de risicopremie bovenop de risicovrije rente. Indien deze
risicovrije rente gaat stijgen gaat je risicopremie niet automatisch dalen. Met
andere woorden, het vereiste rendement op deze obligaties gaat stijgen en gaat
boven de coupon komen te liggen. Deze obligaties gaan dus in waarde dalen. Veel
van deze obligaties zijn reeds uitgegeven boven pari, boven dus de
terugbetalingwaarde. Wederom als je blijft zitten maakt dit niets uit. Maar is
dit zo verstandig?
Veel van die obligaties gaven op moment van uitgifte een
rendement onder de inflatie of niet al te veel erboven. Stiekem zal de
investeerder gehoopt hebben om deze obligatie te kunnen verkopen met een
meerwaarde. Deze meerwaarde kan er alleen maar komen indien het vereist
rendement daalt, dus als de risicopremie daalt of de risicovrije rente. Op dit
moment zal de rente nog een tijdje laag blijven maar er is het sterke
vermoedden dat ergens in 2014 de rente gaat beginnen stijgen. En dan zakken de
obligaties in waarde.
Een voorbeeld
We gaan terug naar die obligatie van Hofman en Co, deze
geeft een coupon van 4% en loopt 5 jaar. De uitgifte is gelijk aan het bedrag
dat je krijgt op de vervaldag. In toestand 1 is de obligatie goed gewaardeerd. Dit
is bijvoorbeeld vandaag. Binnen dit en 12 maand krijg je de eerste coupon. Wat
nu als volgende maand de ECB de rente verhoogd? Of als overheidsobligaties meer
rente gaan geven? In de tabel zie je wat er gebeurd. De obligatie daalt telkens
in waarde.
Conclusie
Obligaties aanhouden van dag 1 tot de terugbetaling is nog
altijd veilig. In die zin, die risico’s zijn bekend bij de mensen. Echter
obligaties aanhouden niet met het idee ze lang bij te houden, of obligaties
vandaag kopen op de secundaire markt, dat houdt risico’s in waar mensen niet
bij stil staan. De waarde van je obligatie staat dan niet vast in steen en kan
net zoals bijvoorbeeld aandelen dalen. Let hierop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten